. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. ATTILA. l6l bij de drie voorgaande genera, terwijl ook de borstelharen bij den snavelwortel sterk ontwikkeld zijn. Door verschillende natuurkundigen worden de B, T, K. dan ook zoowel onder de Tyrannidcr als onder de FormicariidcE en Cotingidcs gerangschikt. Wat snavels aangaat, behooren B. T, K. zoowat tusschen de twee eerstgenoemde familiën, terwijl de tarsi meer gelijken op die der Kotinga's, doch het veder- kleed veel overeenkomt met dat van sommige Mierensperwers, zooals , het wijfje van TJiam- iiophïlus doliatus. „In de kol


. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. ATTILA. l6l bij de drie voorgaande genera, terwijl ook de borstelharen bij den snavelwortel sterk ontwikkeld zijn. Door verschillende natuurkundigen worden de B, T, K. dan ook zoowel onder de Tyrannidcr als onder de FormicariidcE en Cotingidcs gerangschikt. Wat snavels aangaat, behooren B. T, K. zoowat tusschen de twee eerstgenoemde familiën, terwijl de tarsi meer gelijken op die der Kotinga's, doch het veder- kleed veel overeenkomt met dat van sommige Mierensperwers, zooals , het wijfje van TJiam- iiophïlus doliatus. „In de kolonie staan de B. T. K. bekend als Kofleur. Het talrijkst I „ r.^1 i., treft men ze aan, doorgaans bii Kop van AttLUi tiia»i>iop/iitotaes. ' o J paren in het dichte struikgewas of op de boomen der droge ritsen tusschen de zwampen of soms ook wel op den grond. Hun alarmkreet „kerre kerre" klinkt luid en onaangenaam, maar wordt gevolgd door een zachter fluitend kee-fleur of ko-fleur. A, t. broedt vooral gedurende het kleine droge seizoen. Het nest van grootendeels zwartachtige worteltjes wordt in verlaten spechtenholen, tusschen de kronen van palmen of onder de bladeren van orchideeën of ook wel in houtluizen- nesten gebouwd. Het wijfje legt 2 of 3 min of meer glanzende, rondachtige of ovale, roseachtig gele of zalmkleurige eieren, gevlekt, dikwijls in den vorm van een krans om het stompe end, met nogal groote roodbruine en lilagrijze vlekken en stippen. M. af ju. 25 X 21 De exemplaren varieeren nogal, maar gelijken veel op eieren der gewone Koningvogels, Tyrannus. De schalen zijn even- wel fijner van korrel en bezitten tevens meer glans. Beide seksen broeden en komen in gelijk aantal voor. A. uropygialis, Cab. = Dasycephala u., Cab. in Schomb. Reis. (-ƒ donker grijsbruin; stuit helder geel; vleugels zwartachtig met bruin- achtige randen en licht roodbruine tippen aan de vl. dekv.; staartp. grijsbruin, het I I. Please note that these images ar


Size: 1980px × 1262px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksubjectbirds, bookyear1908