Archive image from page 118 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. Lithospermum purpureo-coeruleum Fig. 122. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in de bergbosschen in Midden- en Zuid-Europa onder struik- gewas voor. Zij vertegenwoordigt daar door haar groeiwijze de mangrove- of rhizophorenvegetatie in de wouden aan de Tropische kusten en vormt in het klein als daar ondoordringbare massa's, die ook in niet bloeienden toestand gemakkelijk te herkennen zijn. Bij ons is zij alleen, aangevoerd, op een met afval van sumac ui


Archive image from page 118 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. Lithospermum purpureo-coeruleum Fig. 122. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in de bergbosschen in Midden- en Zuid-Europa onder struik- gewas voor. Zij vertegenwoordigt daar door haar groeiwijze de mangrove- of rhizophorenvegetatie in de wouden aan de Tropische kusten en vormt in het klein als daar ondoordringbare massa's, die ook in niet bloeienden toestand gemakkelijk te herkennen zijn. Bij ons is zij alleen, aangevoerd, op een met afval van sumac uit Palermo bemest klaverveld bij Apeldoorn gevonden. L. arvénse'j L. Ruw parelkruid (fig. 123). Deze soort heeft een penwortel, waaruit een rechtopstaande of opstij- gende, aan den voet of alleen boven (schermvormig) vertakte, verwijderd bebladerde stengel komt, die evenals de bladen kort en ruw behaard is. De bladen (fig. 123) zijn lichtgroen, hebben geen uitstekende zijner- ven , de onderste zijn langwerpig-omgekeerd eirond, in een steel versmald, de hoogere lang- werpig-lancetvormig, spits, zittend. De bloemen (fig. 123) zijn klein (6-8 niM) en staan in bebladerde bijschermen, die ten slotte zeer lang en los zijn. De kelk is ruw behaard, diep 5-deelig met lijnvormige, spitseslippen, die ten slotte uitgespreid staan. De bloemkroon is weinig langer dan de kelk, van buiten behaard, de lange, dunne buis is even lang als de zoom en heeft uitstekende vouwen aan de keel. Zij is witachtig, aan de buis met een violetten ring, zeldzamer hemelsblauw en bij het opengaan rosé. De meeldraden zijn dicht bij den voet der bloemkroonbuis ingeplant. De deelvruchtjes (fig. 123) zijn driehoekig-eirond, spits, dofbruin, rimpelig ruw. 00 en. 1,5-4,5 dM. April—Juni. Biologische bijzonderheden. De bloemen vallen weinig op, zoodat dan ook weinig insectenbezoek is waargenomen. Zij zijn wel proterogynisch (volgens anderen zwak protrandrisch), maar het verschil tusschen het oogen- blik, dat de stempe


Size: 1246px × 1606px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, americana, archive, biodiversity, book, bookauthor, bookcentury, bookcollection, bookcontributor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, new_york_botanical_garden_luesther_t_mertz_libra, ny_botanical_garden, page, picture, plants, print, reference, vintage