. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. van het goed moetongeveer even oud zijn als het vervaardigen en kleurenvan boomschors of foeja, en volgens mij door denPangèran Koesoemadiningrat te Sala verstrekte inlich-tingen is het niet onwaarschijnlijk, dat dit eenvoudigeprocédé aan het eigenlijke batikken voorafgegaan is.(Zie hetgeen op pagina 8 over de logische volgordein de vervaardiging van versierde kleedingstoffen ge-schreven is). Uit den catalogus van Oost- en West-Indisch vlecht-werk, weefselversiering en kaartweefsel (tentoonstelling te s-Gravenhage van 20 Augustustot half O
. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. van het goed moetongeveer even oud zijn als het vervaardigen en kleurenvan boomschors of foeja, en volgens mij door denPangèran Koesoemadiningrat te Sala verstrekte inlich-tingen is het niet onwaarschijnlijk, dat dit eenvoudigeprocédé aan het eigenlijke batikken voorafgegaan is.(Zie hetgeen op pagina 8 over de logische volgordein de vervaardiging van versierde kleedingstoffen ge-schreven is). Uit den catalogus van Oost- en West-Indisch vlecht-werk, weefselversiering en kaartweefsel (tentoonstelling te s-Gravenhage van 20 Augustustot half October 1902) haal ik hier het navolgende aan: „Toch hebben we hier iets zeeroud-Javaansch en iets zeer artistieks. Met de stukken in de hand kan men bewijzen, dat Drakebij zijn aandoen van Java in 1577 Javanen heeft gezien in dodots van „blauw tegen gere-serveerd wit. Als Rijcloff van Goens zijn laatste bezoek aan de hofplaats Mataram in 1656 gebrachtheeft, schrijft hij aldus over de badajas van den soesoehoenan Mangkoerat I. „Dese dans-234. Fig. 337. Javaansche vrouw van Sala met këmbën (borstdoek) van kain këmbangan (blz. 234).
Size: 1038px × 2408px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912