. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. COEREBA. 475 kruipers, eng. Blue-capped Honey-creepers, fr. Guit-guits a tête bleue, zich door lange, dunne, gebogene snavels, die opper- vlakkig wel wat gelijken op de snavels van sommige Kolibries, zooals Glaucis hirsuta enz. Tevens is ook de tong lang en elastisch, en hangt na den dood van den vogel ver uit den bek. Deze lange, aan het uiteinde gespletene tong dient om de bloemsappen en insectjes uit de kelken der bloemen te trekken, hoewel de vogeltjes ook zachte vruchten niet versmaden. Kop van c<creba cyama. De B. H. mist


. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. COEREBA. 475 kruipers, eng. Blue-capped Honey-creepers, fr. Guit-guits a tête bleue, zich door lange, dunne, gebogene snavels, die opper- vlakkig wel wat gelijken op de snavels van sommige Kolibries, zooals Glaucis hirsuta enz. Tevens is ook de tong lang en elastisch, en hangt na den dood van den vogel ver uit den bek. Deze lange, aan het uiteinde gespletene tong dient om de bloemsappen en insectjes uit de kelken der bloemen te trekken, hoewel de vogeltjes ook zachte vruchten niet versmaden. Kop van c<creba cyama. De B. H. mist de zwarte keel, doch heeft een prachtigen blauwen bovenkop. Het wijfje ziet er groen uit, met groen en geelachtig gestreepte onderdeden, maar zonder roodbruine keel als bij de volgende soort. Overi- gens komen beide species in levenswijze enz. met elkander overeen. Ook de nesten en eieren verschillen niet veel. M. a/m. 20 X 14 C. coerulea, L. = Grimpercau verd tacheté de Caye?ine, ^ Arbelorhina c, Cab. in Schomb. Reis. (-f Purperblauw ; knevelvlekken, keel, vleugels, staart en dekv. ond. d. vl. zijde- achtig zwart; snavel zwartachtig; pooten geel; iris donker. O donker groen; knevelvlekken roodbruin evenals de keel; overige geelachtig met donker- groene strepen. Jong. Ongeveer als het wijfje, doch met een blauw plekje aan de kaken. L. , vl. , st. Geogr. dist. van af Columbia, Vene- zuela en de Guiana's tot het dalgebied der Amazone, O. Ecuador en Bolivia. Lok. dist. Woudrijke streken. Onze Zwartkeel Honigkruipers, eng. Black-throated Honey- creepers, fr. Guit-guits a gorge noire, zouden behooren tot de subspecies C. c. typica. In Columbia heeft men C. c. microrhyncha en in Venezuela C. c. cherriei. Maar het verschil tusschen deze drie subsoorten? laat zich moeielijk verklaren. Ik laat dit dan ook over aan Hartert en Gr. von Berlepsch. Z. H. worden in alle woudrijke streken der Guiana's aan- getroffen, zoowel bij paren als troepje


Size: 2337px × 1070px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksubjectbirds, bookyear1908