. De flora van Nederland. Plants. — VERKLARING DER VOORNAAMSTE BOTANISCHE TERMEN. — 11 Mee ld raden. De zich in de bloem bevindende draadvormige deelen, die van boven in een knopje eindij^en. Het draadvormige deel heet h e 1 m d r a a d, het knopje h e 1 m k n o p j e. Dit laatste bestaat nog weer uit 2 helften, de helmhokjes, die het stuifmeel bevatten en deze zijn verbonden door het heimbindsel, eigenlijk een voortzetting vanden helmdraad. Melksap, ten meestal gekleurde vloeistof, die in kanalen besloten is en bij verwonding der plant te voorschijn komt. Mesophyt. Een plant, die wat vocht be


. De flora van Nederland. Plants. — VERKLARING DER VOORNAAMSTE BOTANISCHE TERMEN. — 11 Mee ld raden. De zich in de bloem bevindende draadvormige deelen, die van boven in een knopje eindij^en. Het draadvormige deel heet h e 1 m d r a a d, het knopje h e 1 m k n o p j e. Dit laatste bestaat nog weer uit 2 helften, de helmhokjes, die het stuifmeel bevatten en deze zijn verbonden door het heimbindsel, eigenlijk een voortzetting vanden helmdraad. Melksap, ten meestal gekleurde vloeistof, die in kanalen besloten is en bij verwonding der plant te voorschijn komt. Mesophyt. Een plant, die wat vocht betreft, gemiddelde eischen aan den bodem stelt. Middelpuntvliedende bloeiwijze. Zie Bloeiwijze. Middelpuntzoekende bloei w ij ze. Zie Bloeiwijze. Mycelium. De draden, die het eigenlijk plantenlichaam der zwammen voorstellen. Naakte bloeiwijze. Bloeiwijze zonder schutbladen. Naakte bloem. Bloem zonder bloembekleedsels. Naakte stengel. Stengel, die geen bladen draagt. Naaktzadigen. Planten, wier zaden op open vruchtbladen liggen of geen vruchtbladen hebben. Nagel. Zie Bloembekleedsels. Navel. De plaats, waar aan het zaad de navelstreng heeft vastgezeten. Navelstrengen. De steeltjes, waardoor de zaden aan de zaadlijsten zijn bevestigd. Nectariën = Honigkliertjes. Neerliggende stengel. Stengel, die op den grond ligt, doch in de knoopen geen wortels draagt. Nerven. De dikkere strepen, die door het blad loopen en vaak van onderen als verheven lijsten te zien zijn. De steeds in het verlengde van den bladsteel loopende nerf heet middennerf, de andere heeten z ij n e r V e n. N e t a d e r i g. Een blad, als de aderen een netwerk vormen. Niervormig. Bladen of zaden die meer breed dan lang zijn en aan den voet 2 stompe slippen hebben met een afgeronde insnij- ding (fig. 49). Nootje. Eeneen- zadige, niet open- springende vrucht met houtigen of lederachtigen wand. Oksel. Zie Bladoksel. Okselstandig. In den bladoksel zittend. Omgekeerd eirond. Als Eirond, doch de grootste breedte boven


Size: 2303px × 1085px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants