. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. CRUCIFERAE. — 287 gewelfde kleppen, zonder nerven. Stijl kort of lanj^^ Zaden 1-4 in ieder hokje, samengedriikt, al of niet s^evleugcld. Bloemen geel of wit. Bladen klein, omgekeerd eirond, langwerpig of lijnvormig, gaafrandig. Planten wit- of grijsachtig met stervormige haren. Biologische bijzonderheden. Wat omtrent de bestuiving der kleinere Crueiferae bij het algemeen overzicht is vermeld, geldt hier. Zie omtrent het niet afvallen der bloemkroonbladen bij Sisymbrium, het daar gezegde geldt hier nog in sterkere mate. Tabel tot het determineeren d


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. CRUCIFERAE. — 287 gewelfde kleppen, zonder nerven. Stijl kort of lanj^^ Zaden 1-4 in ieder hokje, samengedriikt, al of niet s^evleugcld. Bloemen geel of wit. Bladen klein, omgekeerd eirond, langwerpig of lijnvormig, gaafrandig. Planten wit- of grijsachtig met stervormige haren. Biologische bijzonderheden. Wat omtrent de bestuiving der kleinere Crueiferae bij het algemeen overzicht is vermeld, geldt hier. Zie omtrent het niet afvallen der bloemkroonbladen bij Sisymbrium, het daar gezegde geldt hier nog in sterkere mate. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Alyssiim. A. Bloemen wit of iets paars. Helnidraden noch getand, noch gevleugeld. Bladen lijn- vormig-langwerpig. Vriichttrossen zeer verlengd A. marltiniam biz. 287. B. Bloemen geel. vaak tot wit verbleekend. Helmdraden getand of gevleugeld. a. Kroonbladen 2 a 3 maal zoo lang als de kelkbladen, met uitstaande plaat, geel blijvend, uitgerand. Vruchttrossen verlengd. Hauwtjes eirond of bijna bolrond, aan den top uitgerand, met 2-zadige hokjes. :<. A. raontanam bIz. 287. b. Kroonbladen weinig langer dan de kelkbladen, met rechtopstaande plaat, bleekgeel, tot wit verbleekend. O of l'O. aa. Kelkbladen blijvend. Hauwtjes uitgerand. aangedrukt behaard door stervormige haren. Stijl 'i,,, maal zoo lang als het hauwtje . . A. calcyclnnm blz. 288. bb. Kelkbladen afvallend. Hauwtje niet uitgerand, uitstaand kort behaard. Stijl '/s a Vi maal zoolang als het hauwtje A. campestre blz. 288. Over A. liirsutnni, zie den tekst. A. maritimum') Lmk. (Lobularia^) maritima Desv.). Zeeschildzaad (fig. 337). Uit den horizontalen wortelstok komen verscheiden vertakte, los bebladerde, uitgespreide en opstijgende stengels. Zij zijn aan den voet wat houtig en evenals de bladen dicht behaard en daardoor grijsgroen. De bladen zijn bijna zilverwit, lijnvormig of lijnvormig-lan,g- werpig, vrij stomp, naar den voet in den bladsteel versmald, in de oksels met bundeltjes bladen.


Size: 1323px × 1888px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants