. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . garens,zooals dit geschiedt in Palembang en in de PadangscheBovenlanden behoeft hier geen nadere beschrijving enis precies dezelfde als de Javaansche methode; zelfs de namen der werktuigen (garenafwinder =oendarofdaoen oendar; klos voor het scheringgaren = oelakan, enz.), zijn dezelfdeals die, inde Javaansche weverijen in gebruik. Opmerking verdient, dat in de Batang-Hari districten het spinstokje aan het toestel voor het spinnen bevestigd is op de manier,zooals in fig. 28 is de Menangkabau-streken, waarveel van Europeesche


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . garens,zooals dit geschiedt in Palembang en in de PadangscheBovenlanden behoeft hier geen nadere beschrijving enis precies dezelfde als de Javaansche methode; zelfs de namen der werktuigen (garenafwinder =oendarofdaoen oendar; klos voor het scheringgaren = oelakan, enz.), zijn dezelfdeals die, inde Javaansche weverijen in gebruik. Opmerking verdient, dat in de Batang-Hari districten het spinstokje aan het toestel voor het spinnen bevestigd is op de manier,zooals in fig. 28 is de Menangkabau-streken, waarveel van Europeesche garens ge-bruik gemaakt wordt, zijn de be-namingen, voor de hoeveelhedengarens de navolgende:1 paloe = 10 getèh = 30 toekas= 70 përoets (kleine strengen).Voor het spinnen (manggati,Tobasch) gebruikt men in de Batak-landen een spinnewiel, dat weinigof niet verschilt van het reeds be-schrevene. Dit werktuig wordt inde Toba- en Timoerlanden sorha Fig. 26. Soendaneesche hoewingan. a. Soekoe. c. Imah-imah. e. Daoen. b. Tihang. d. Toetoenggoel. f. Fig. 27. Het overwinden of opklossen der garens volgensSoendaneesche manier. f. Panghëlët oendjar. k. Klindën. g. Tihang kintjir. /. ;. Indjën. m. Ramat. n. Imah-imah. j. Alët. o. Toetoenggoel. p. Daoen. a. Glégér. b. Oelakan. c. Tjëli-lambing. d. Enkëng. e. Oendjar. en in het Karoeebied sërka noemd. Het spinstokje heet por-batoe ihot de Tobalanden worden tegen-woordig niet altijd eigen gesponnengarens (h o e r o e t a n) gebruikt; men bedient zich bij het vervaardigen van een weefsel gemaks-halve ook van Europeesche garens, welke gewoonlijk dan met den naam van b o n a n g wordenaangeduid. Na het spinnen volgt het haspelen (mangiran, Tobasch). De haspel, op dezelfde wijze ge-34


Size: 2083px × 1200px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912