. Stichtelyke zinnebeelden, en Bybel-stoffen . ,Uw naam, geduchte Majefleit,Met ernfl en met gehoorzaamheidt,De diepfte eerbieding ons voor al t geen kan fchaan :Trek ons de zuivre kleedren aan,Van deugdt en heiligheden;Gelei ons door uw goeden Geelt,Op dat wy veilig onbevreeft,Ons wandelpadt betreeden. Al gaan wy dan in t dal der doodt,Wy zyn geruft en buiten noodt. En Z I N N E-B E E L i?) E N, 6i En hebben niets te vreezen, Wy leggen ons geruft ter neer, In t flof der aarde, om eenmaal weer, Verheerlykt en verrezen, By U met een verheugden geeft, Op t eeuwig-duurendt Bruilofts-


. Stichtelyke zinnebeelden, en Bybel-stoffen . ,Uw naam, geduchte Majefleit,Met ernfl en met gehoorzaamheidt,De diepfte eerbieding ons voor al t geen kan fchaan :Trek ons de zuivre kleedren aan,Van deugdt en heiligheden;Gelei ons door uw goeden Geelt,Op dat wy veilig onbevreeft,Ons wandelpadt betreeden. Al gaan wy dan in t dal der doodt,Wy zyn geruft en buiten noodt. En Z I N N E-B E E L i?) E N, 6i En hebben niets te vreezen, Wy leggen ons geruft ter neer, In t flof der aarde, om eenmaal weer, Verheerlykt en verrezen, By U met een verheugden geeft, Op t eeuwig-duurendt Bruilofts-feeft, In t blinkendt kleedt te praalen: Een feeft-gewaadt zoo rein zoo fris, Waar by geen kleedt hoe wit het is, In zuiverheidt kan haaien. I Their. Cap. v. vers 5, (5, 7. Gy zyt alle kin-deren des lichts^ ende kinderen des daags: wyen zyn niet des nachts , nogh der duifternijje. Zoo en Iaat ons dan nietjlapen, gelyk als de ande-re , maar laat ons waaken en nugteren zyn, JVant die flapen, jlapen des nachts. XVI. ds Job Cap. V. vers 12, 13. Hy maakt te met dege dagt en der argbliftigen, dat haar e handen nieteen ding uit en rigten. Hy vangt de wyze in haar e arghliftigheidt: dat deraadt der verdraaiden gejioort wordt. H oe kunllig weet de Spin haar netten,Aan huis, of boomen vall te zetten, Op Z I N N E-B E E L If E N. 63 Waar door zy mugge en vlieg verrafl:Zy moet, als zy daar in vliegt, fneven;Het kofl de onnoozelheidt het leven,Wyl t looze dier Haag op haar komt een fterker aangevloogen,De Spin wordt in haar hoop bedroogen,Deez vliegt er door, en breekt het net :Zy heeft niet op den buit te hoopen,Maar moet ook zelfs het net verloopen,Tot zy haar ergens weder zet,Op hoop om andren te leidt de Duivel lift, en kagen,En ftrik by ftrik voor s menfchen ! hoe meenig blyft gevangen,En aan t bedrieglyk lok-aas hangen,Aan t fchynfchoon van zyn heilloos goedt,Hy doet begeerte in Achab branden,Om Naboths fchoone luft-warande


Size: 1717px × 1455px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1700, bookdecade1740, booksubjectemblems, bookyear1740