. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. XVII. Trichopterycidak. 433 het licrde te voorsdiijn komcncic. I,ipt:istcrs evciuils bij de Sc;i pli i il i i il ;i e Iniitcngcwoon klein, 3-leilig, de Icedjes geleidelijk in lcni;ie en dikte aliieiiiend.â liet grootste gedeelte der oogcn is unar onderen gerielu. 'russcheii de oogen en de onderlip is liijnn altijd ecnc groei' ter opname van den sprietwortel. â De deksehilden zijn, hetzij niet verkort en hongstcns het pygidiiun onlicdekt, hetzij verkort en min of niccr algeknot, waardoor ,5
. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. XVII. Trichopterycidak. 433 het licrde te voorsdiijn komcncic. I,ipt:istcrs evciuils bij de Sc;i pli i il i i il ;i e Iniitcngcwoon klein, 3-leilig, de Icedjes geleidelijk in lcni;ie en dikte aliieiiiend.â liet grootste gedeelte der oogcn is unar onderen gerielu. 'russcheii de oogen en de onderlip is liijnn altijd ecnc groei' ter opname van den sprietwortel. â De deksehilden zijn, hetzij niet verkort en hongstcns het pygidiiun onlicdekt, hetzij verkort en min of niccr algeknot, waardoor ,5 to: 5 tergitcn onbedekt blijven. âEpisternen van den metathorax niet ziehtbaar. â Achterlijt'met 6 of 7 sterniten, op welke eigenaardige haarlijstcn voor- komen. â Voorciixae kegelvormig uitpuilend, de middel- en achtereoxae ver van elkaar afstaande; de achtereoxac zijn (behalve bij M i c rop t i 1 i u m, volgens MaUlmvs') meer of minder sterk plaatvormig verbreed. Aciuerdijen aan den aehterrand veelal me: een vliezigen zoom. Tarsen 3-ledig (Fig. ;^6 U, III), het eerste lid rudimentair, zeer dun vliezig en meestal in eenc uitholling der scheen, ingeplant, het tweede lid meestal duidelijk (hij het <? aan de voortarsen gewoonlijk sterk beliaard) het derde lang, naar het uiteinde dunner en met twee jiaar zij-horstclharen voorzien; dit derde lid is klaarblijkelijk door versmelting van drie eindleedjes gevormd. Tiisschen de klauwen bevindt zich een hccbtliaar, hetwelk bij Ptcnidiuni in een uiterst klein ovaal knopje eindigt. Dit laatste kenmerk lieeft dit genus gemeen met een aantal Acarinen. â Merkwaardig zijn, volgens/â '/«f/;, de geslachts- organen gevormd; de penis met zijne bijkomende dcelen biedt veel ver- scheidenheid in vorm aan. â Hoogst eigenaardig is de bouw der vleugels; zij zijn bij alle genera, behalve bij Nossid i n m, eenigszins vedervormig en bestaan uit een ingesnoerd lancet- vormig vlies op een kort steekje, aan voor- en achterzijde voorzien van lan
Size: 1994px × 1253px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, booksubjectbeetles, bookyear1898