. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. — ROSACEAE. 527 Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze heester stamt uit Zuid-Europa, komt bij ons als sierheester voor en is ool< vrij vaak verwilderd gevonden. S. Douglasii') Hook. DouRlas' spiraea. Deze heester heeft gesteelde, spitse, lanpwerpipe of elliptische, van onderen Rrijsviltige bladen, die naar den top toe Rezaagd zijn. De bloemen staan in een lanpwerpice pluim en hebben teruggeslagen kelkbladen, rosé kroonbladen en meeldraden dubbel zoo lang als de kroonbladen. De vruchtjes zijn kaal en glanzend, h. 9-12 dM. Juni, Juli. Voorkome


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. — ROSACEAE. 527 Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze heester stamt uit Zuid-Europa, komt bij ons als sierheester voor en is ool< vrij vaak verwilderd gevonden. S. Douglasii') Hook. DouRlas' spiraea. Deze heester heeft gesteelde, spitse, lanpwerpipe of elliptische, van onderen Rrijsviltige bladen, die naar den top toe Rezaagd zijn. De bloemen staan in een lanpwerpice pluim en hebben teruggeslagen kelkbladen, rosé kroonbladen en meeldraden dubbel zoo lang als de kroonbladen. De vruchtjes zijn kaal en glanzend, h. 9-12 dM. Juni, Juli. Voorkomen. Deze heester is afkomstig uit het Westelijk deel van Noord-Amerika en wordt bij ons als sierheester aangekweekt, doch is ook verwilderd gevonden bij Ruurio en Deventer. S. tomentósa-) L. Vil tige spiraea. Deze heester onderscheidt zich van de vorige o. a. doordat in de bloemen kortere meel- draden zitten en doordat de vruchten wijder uitstaan. Voorkomen. Deze heester komt uit Noord-Amerika, wordt bij ons als sierheester aange- kweekt en is bij Apeldoorn verwilderd gevonden. 5. llmJlria ') Trn. Bloembodem bekervormig. Kruidachtige planten met afgebroken gevinde bladen en groote met den bladsteel verbonden steunbladen. Bloemen in bijschermachtige bloeivvijzen. Kelk- en kroonbladen 5. Meeldraden veel. Vruchten 5-12(-15), in kransen, lederachtig, niet openspringend, eenzadig. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Ulmaria. A. De grootere blaadjes breed eirond. Vruchtjes 5-9, spiraalvormig om elkaar gewonden, onbehaard (fig. 640) U. palustris blz. 52?'. B. De grootere blaadjes langwerpig. Vruchtjes tot 12, rechtopstaand, niet gewonden, behaard U. filipeudula blz. 528. U. paliistris ') Mnch. (Spiraea Ulmaria L.). Moerasspiraea (fig. 640). Deze plant heeft een wortelstok met draadvormige wortelvezels. De stengel is bebladerd, meest naar boven vertakt, gestreept, hol en onbehaard. De bladen zijn groot, oneven afgebroken gevind , 5-y-jukkig, gesteeld. De grooter


Size: 2253px × 1110px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants