. De flora van Nederland. Plants. FAMiLir-: 97. â OROBANCHACEAE. â 267 krooniniis. Do hlocnikiODii {üa. 'SM) is vuil vviUiclitij,' is aan den voet plotseiinfi; knicvorniit; <,'L'b()j,'cn'()p om- streeks ' ;; liarer lengte, verder tamelijk reclit met flauw jjetande, gekroesde lippen. De bovenlip is helmachtig, staat recht naar voren, is uitgerand of bijna 2-lübbig. De onderlip heeft ongelijke lobben, du zijlobben zijn bijna 2-spIetig, de middenlob is 2 maal zoo groot en 2-:Mobbig. De helmdraden zijn op de buigingsplaats der bloemkroon, op 3 a 4 mM van den voet ingeplant, zij zijn aan den v


. De flora van Nederland. Plants. FAMiLir-: 97. â OROBANCHACEAE. â 267 krooniniis. Do hlocnikiODii {üa. 'SM) is vuil vviUiclitij,' is aan den voet plotseiinfi; knicvorniit; <,'L'b()j,'cn'()p om- streeks ' ;; liarer lengte, verder tamelijk reclit met flauw jjetande, gekroesde lippen. De bovenlip is helmachtig, staat recht naar voren, is uitgerand of bijna 2-lübbig. De onderlip heeft ongelijke lobben, du zijlobben zijn bijna 2-spIetig, de middenlob is 2 maal zoo groot en 2-:Mobbig. De helmdraden zijn op de buigingsplaats der bloemkroon, op 3 a 4 mM van den voet ingeplant, zij zijn aan den voet verspreid behaard, hoogerop onbehaard. De stem- pel is vuil roodachtig. ^. 2-5 dM. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in West- en Zuid-Iiuropa voor, woekerend op Eryngium campestre. B\'\ ons is zij bij Bentveld bij Haarlem, bij Deventer, Bloemendaal, Velsen, Katwijk en den Haag ge- vonden. Andere opgaven bij Zalk, Grafhorst, Brecsaap , Welsum berusten waarschijnlijk op een vergissing. buis. Orobanche amethystea FlK- 331. 0. purpürea') Jacq. (O. coeri'ilea -) Vill., Phelipaéa â ) coeailea C. A. Meijer). Blauwe bremraap (fig. 332). Bij deze breinraapsoort is de stengel onvertakt, vooral naar boven klier- achtig kortbehaard, een weinig verdikt aan den voet, vrij krachtig, blauwachtig met weinige, 2 cM lange schubben. De bloemen staan in een 10-20-bloemige, iets losse, cylindrische, aan den top afgeronde aar, zij zijn 18-30 mM lang, gekromd. Van de 3 schutbladen (fig. 332) onder iedere bloem is het buitenste verreweg het langste, is langer dan de J<elk, aan den top bruin. Alle 3 zijn , evenals de kelk, bruin behaard. De kelk is 5-tandig, de kelktanden zijn lancetvormig, spits of toegespitst, â¢omstreeks half zoo lang als de bloemkroonbuis, de achterste is vaak zeer kort. De bloemkroon (fig. 332) is buisvormig, in het midden vernauwd, dan geleidelijk verwijd, reeds boven het vrucht- beginsel naar voren gekromd, meest lila, donke


Size: 1440px × 1735px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants