Archive image from page 497 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl01heuk Year: 1909-11. 456 — GRAMINAE. FAMILIE 18. Leersia oryzoides Fig. 382. vertakt, stijgt geknikt op, is bijna glad, docli in de knoopen behaard. De bladen zijn in de jeugd opgerold, meest 6-8 mM breed, met rugwaarts zeer ruwe scheeden en meest niet meer dan 2 dM lange bladschijven, die vooral aan den rand zeer ruw zijn. De pluim is vaak geheel of grootendeels in de iets opgeblazen scheede van het bovenste blad verborgen, in de scheede der daaraan voor- afgaande bladen zitten vaak oo


Archive image from page 497 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl01heuk Year: 1909-11. 456 — GRAMINAE. FAMILIE 18. Leersia oryzoides Fig. 382. vertakt, stijgt geknikt op, is bijna glad, docli in de knoopen behaard. De bladen zijn in de jeugd opgerold, meest 6-8 mM breed, met rugwaarts zeer ruwe scheeden en meest niet meer dan 2 dM lange bladschijven, die vooral aan den rand zeer ruw zijn. De pluim is vaak geheel of grootendeels in de iets opgeblazen scheede van het bovenste blad verborgen, in de scheede der daaraan voor- afgaande bladen zitten vaak ook kleine, niet te voorschijn komende zijdelingsche pluimen. De pluimtakken zijn vaak aan den voet heen en weer gebogen, zijn naar voren ruw, naar boven vrij dicht met iets afstaande, vrij groote, 4-5 mM lange, 1,5-2 mM breede, bijna half ovale aartjes bezet. Deze zijn 1-bloemig, zij hebben weinig ontwikkelde kelkkafjes. Het onderste kroonkafje (fig. 382) is kielachtigsamengevouwen, 5-nervig, het heeft een korte punt, is ongenaaid en aan den rand, evenals het weinig kortere bovenste kroonkafje, aan de kiel stijfharig gewimperd. Het bovenste (fig. 382) is meest smaller, zwak drie-, soms eennervig, beide zijn witachtig door- schijnend met groene aderen. Er zijn 2 kale schubbetjes (fig 382) en 3 meeldraden. De stempels staan op een vrij langen stijl. De vrucht (fig. 382) is los in de kafjes ingesloten, aan den voet iets wigvormig versmald, meest circa 3 mMiang, 1 mM breed, langwerpig, stomp, zijdelings samengedrukt met 2 zijdelingsche, vlakke groeven. 4- 5-20 dM. Augustus, September. De soort is in niet-bloeienden toestand van andere grassen te onder- scheiden door de lichtgroene kleur der meest een losse zode vormende schuin opstijgende stengels, met de vrij breede, overhangende, bijzonder ruwe bladen. Het vee gebruikt deze plant niet, omdat de bladen te scherp- snijdend zijn. Biologische bijzonderheden. Waarvan het afhangt, of de pluimen te voor- schijn komen, is nog onbekend.


Size: 1268px × 1577px
Photo credit: © Actep Burstov / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, archive, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksponsor, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, page, picture, plants, print, reference, the_luesther_t_mertz_library_the_new_york_botanical_, vintage, zimmermann_a_albrecht_b_1860