. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten en aanteekeningen . o*?* bien faire Pjimottr en parU rarement s •*»-*, — jg*ov que ce difcours plaife, il ne faut pas quil lajfe\ Ceqtfon rend trep frequend> per da la fin fa grace i lExcez. pottrmtkleffer- des plm douces odeurs; JJon pent efire accablé dun grand amas de flettrsi Il faut dans P entre tien imker la Nature, Pui ne peint pas les Champs dune ntefme peinture,„ JEt par fes changemens & ,- Decouvre tous les jours de nouvelles Een minnaar die volmaakt en ïöós wil zyn, moeten \Zyn liefde fpaarzaam zyn iff t fpreeken
. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten en aanteekeningen . o*?* bien faire Pjimottr en parU rarement s •*»-*, — jg*ov que ce difcours plaife, il ne faut pas quil lajfe\ Ceqtfon rend trep frequend> per da la fin fa grace i lExcez. pottrmtkleffer- des plm douces odeurs; JJon pent efire accablé dun grand amas de flettrsi Il faut dans P entre tien imker la Nature, Pui ne peint pas les Champs dune ntefme peinture,„ JEt par fes changemens & ,- Decouvre tous les jours de nouvelles Een minnaar die volmaakt en ïöós wil zyn, moeten \Zyn liefde fpaarzaam zyn iff t fpreeken «zyner min: •Schoon deeze praat .behaagt zy moét niet- laftig-werden;Veel zaaken walgen door het al te lang volherden;Door overmaat, is t dat de zoetfte reuk bezwaart, bloemen worden door de menigte ons onwaard;iMèn moet in t byzyn zyn als de natuur, die zelden©p eene en zelve wys bemaalen zal de velden,Maar, door verandering en doorverfcheidenheid,Steets nieuwe fchoonheid onz gezigt te vooren leit. DE 149 _JÜ& LIEFDE O minnelykë wonde! o zoet i « Ueflyk kwetzen r ïO min 5 wat geeft uw pyl ons niet al waare vreaigd fAls gy het hart na uw genoegen wonden meugt Weet gyer aanftónds het vermaaklyk in te , Lief de, als gy het hart door uwe fchigten trefvBevind men ftraks dat zig het fchoon daar in verheft» T-3 jy E* DE LIEFDE VERFRAAIT. D it zelve zinnebeeld heeft facob Cats mede , metdit opfchrift, Ex Vulnere Pulchrior, ea ditduitze vaarfje. DIE GESOMT. De naeld is u pinceel, die fchildert frifle rofên,Van zyde maeckje verw, en doet het linnen blofènf Ghy opent, en ghy fluit, ghy heelt ook datje fteeckt9 Ghy geeft meer alsje neemt, ghy maeckt ook datje breecks*lek pryfe dit beleyt; ik noem het foete rancken,Maer handelt my alfoo, ick-fal u des bedancken: Vrindin ick ben gequeft door uwen foeten mont. O geeft my met dat my gaf de wont. Ik zaler niet veel van zeggen om dat ik reets op andere ptaat-zen van
Size: 1529px × 1633px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorelgerwillemden16781703, booksubjec, booksubjectemblems
