Archive image from page 154 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. Antirrhinum majus Fig. 160. A. majus 'j L. L c c ii w e n b c k (tig. 160). Deze plant is beneden kaal, naar boven klierachtig zacht behaard. Uit den hoLitigen wortel komt een rechtopstaande of opstijgende, ronde, vooral aan den voet vertakte stengel. De onderste bladen zijn eirond-lancetvormig, gesteeld, de bovenste lancet- tot lijnvormig, iets spits, bijna zittend, gaafrandig, onbehaard. De bloemen zijn groot (3-4 cM), kortgesteeld en staan in losse, eindelingsche t
Archive image from page 154 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl03heuk Year: 1909-11. Antirrhinum majus Fig. 160. A. majus 'j L. L c c ii w e n b c k (tig. 160). Deze plant is beneden kaal, naar boven klierachtig zacht behaard. Uit den hoLitigen wortel komt een rechtopstaande of opstijgende, ronde, vooral aan den voet vertakte stengel. De onderste bladen zijn eirond-lancetvormig, gesteeld, de bovenste lancet- tot lijnvormig, iets spits, bijna zittend, gaafrandig, onbehaard. De bloemen zijn groot (3-4 cM), kortgesteeld en staan in losse, eindelingsche trossen met korte schutbladen. De bloemstelen zijn even lang als de kelk en het schutblad. De kelk- slippen zijn klierachtig behaard, rondachtig-om- gekeerd eirond, ' -, tot ' 4 maal zoo lang als de bloemkroon, korter dan de iets klierachtig be- haarde doosvrucht. De bloemkroon is purper, zelden geel, wit of bont gekleurd, behaard, aan den voet bultig, het verhemelte heeft meest 2 gele vlekken, de bovenlip is 2-deelig. De doos- vrucht is scheef eirond, behaard, langer dan de kelk (fig. 160). De zaden zijn eirond, met netvormig uitstekende lijsten. 4- 3-6 dM. Juni—September. De variëteit ;5. latifólia-) D. C. heeft een behaarden stengel, de bovenste bladen zijn eirond-lancetvormig, de bloemkroon is geelachtig wit. Biologische bijzonderheden. De bloemkroon is steviger gesloten dan bij Linaria vulgaris, zoodat dan ook bijna alleen hommels (Bombus hortonim, terrester, agroriim, silvarum, lapidarius) als bestuivers optreden. De honig vloeit hier niet in den korten knobbel der bloemkroon, doch blijft aan den voet der voorste meeldraden en aan de honigklier zelve zitten. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Zuid-Europa op rotsen en dorre plaatsen voor. Bij ons wordt zij als sierplant gekweekt en is vrij zeldzaam, vooral op oude muren, verwilderd gevonden. De var. 5. is bij Rijswijk aangetroffen. Volksnamen. In Twente, Salland en de Graafschap Zutphen heet de plant
Size: 1251px × 1598px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: 1900, 1909-11, americana, archive, biodiversity, book, bookauthor, bookcentury, bookcollection, bookcontributor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, new_york_botanical_garden_luesther_t_mertz_libra, ny_botanical_garden, page, picture, plants, print, reference, vintage