. De flora van Nederland. Plants. Anagallis arvensis Fig. 29. a deel van den stengel met een paar bladen, b jonge vrucht, c bloem, d opengesprongen vrucht. De variëteit S. coerülea ') Schreb. (A. coerulea Schreb.) heeft een hemels- blauwe, soms violette bloemkroon met getande, bijna klierlooze slippen. De geheele plant is dofgroen en de bladen zijn 2-3-nervig. De soort is scherp vergiftig. De verwisseling met de in niet bloeienden toestand er veel op gelijkende Stellaria media, die veel als vogel- voeder wordt gebruikt, heeft reeds dikwerf na- deelige gevolgen gehad. Voorkomen in Europa en in


. De flora van Nederland. Plants. Anagallis arvensis Fig. 29. a deel van den stengel met een paar bladen, b jonge vrucht, c bloem, d opengesprongen vrucht. De variëteit S. coerülea ') Schreb. (A. coerulea Schreb.) heeft een hemels- blauwe, soms violette bloemkroon met getande, bijna klierlooze slippen. De geheele plant is dofgroen en de bladen zijn 2-3-nervig. De soort is scherp vergiftig. De verwisseling met de in niet bloeienden toestand er veel op gelijkende Stellaria media, die veel als vogel- voeder wordt gebruikt, heeft reeds dikwerf na- deelige gevolgen gehad. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op bouw- en moes- land, langs wegen en op onbebouwde plaatsen voor. Zij is bij ons vrij algemeen, vooral veef op klei en loss gevonden, het minste op veen- grond. De var. .a is bij ons zeldzaam. Volksnamen. De namen guichelheil en roode muur worden het meest gebruikt. In het Ooste- lijk deel van Gelderland en Overijsel spreekt men van hanetreê, in Noord-Overijsel en in West-Friesland van murik, op Terschelling van wild kooltjevuur, op Goeree van heelal, op Overflakkee van Spaansch groen, op Schouwen van blommetjes van zeven kwartier, in Zeeuwsch-Vlaanderen van spikkelatiefjes en in het Land van Hulst van muurkruid. Over de namen guichelheil-manneken en -wijfken uit een vroegeren tijd voor de soort en hare variëteit, zie blz. 55, Deel II. A. tenélia-O L. Teer gu iche 1 h ei 1 (fig. 30). Deze plant is onbehaard. Uit den teeren wortelstok komen draadvormige, vierhoekige stengels, die kruipen en aan den voet wortelen, doch naarden top opgericht zijn. De bladen zijn tegenover- staand, kort gesteeld, klein, bijna cirkelrond met een spitsen top, zonder stippeltjes van onderen. De bloemen zijn teer rosé met donkerder aderen. Zij staan alleen op tegenoverstaande dunne stelen, die 3 a 4 maal zoo lang zijn als de bladen en ten slotte teruggekromd. De kelk- slippen zijn lancet-lijnvormig, toegespitst, niet vliezig gerand. De bloemkroon is tre


Size: 1421px × 1759px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants