. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 78. — PAPILIONACEAE. — 655. Coronilla varia Fig. 832. C. varia ') L- K r ü o n k r ii i d (fis^. 802) De plant is groen, onbeliaard en heeft een kruipenden wortelstok, waaruit vele kruidachtige, holle, uitgespreide, liggende of opstijgende, vertakte, ge- groefde, loijna hoekige stengels komen. De bladen zijn gesteeld of bijna zittend, oneven gevind, De blaadjes zijn langwerpig-ovaal tot lijnvormig- langwerpig, de 2 onderste zijn naar den stengel gebogen. De steunbladen zijn lancetvormig, vrij. De bloemen zijn vrij groot (1 cM) en staan 5-


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 78. — PAPILIONACEAE. — 655. Coronilla varia Fig. 832. C. varia ') L- K r ü o n k r ii i d (fis^. 802) De plant is groen, onbeliaard en heeft een kruipenden wortelstok, waaruit vele kruidachtige, holle, uitgespreide, liggende of opstijgende, vertakte, ge- groefde, loijna hoekige stengels komen. De bladen zijn gesteeld of bijna zittend, oneven gevind, De blaadjes zijn langwerpig-ovaal tot lijnvormig- langwerpig, de 2 onderste zijn naar den stengel gebogen. De steunbladen zijn lancetvormig, vrij. De bloemen zijn vrij groot (1 cM) en staan 5-20 bijeen in schermen, op stelen, die langer zijn dan de bladen, in wier oksels zij staan. De bloem- steeltjes zijn driemaal zoolang als de kelkbuis. De kelk is kort, open, klokvormig met korte, priem- vormig-toegespitste, door wijde bochten van elkaar gescheiden tanden, waarvan de onderste kort is en het bovenste paar dichter bij elkaar staat (fig. 802). Van de bloemkroon is de vlag breed spatel- vormig, rosé met donkere strepen, in het midden met een groef in de lengte, boven den nagel op iedere zijde met een stompen tand, terwijl de zwaarden half hartvormig,, wit of bleekrood zijn en de kiel sikkelvormig gekromd, zijdelings samen- gedrukt, wit met een purperkleurigen snavel is. De meeldraden zijn 2-broederig. De peulen staan bij rijpheid opgericht, hebben 3-6 leden, vier stompe kanten en zijn langgesnaveld (fig. 802). De zaden zijn licht- bruin, glanzend. 4- 3-12 dM. Juni—September. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij Lotus, doch alle 10 verdikte helmdraadtoppen werken samen als zuiger. De bloemen scheiden niet op de gewone plaats honig af, de beide openingen aan den voet van den vrijen meeldraad ontbreken, maar aan de buitenzijde van den vleezigen kelk wordt honig afgescheiden, waarop de bijen afkomen. Zij vliegen gewoon naar de zwaarden, die over de kiel gewelfd zijn en in het midden der bloem een soort kussen


Size: 1438px × 1738px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants