. Album der Natuur. 244 HOE DÉ PLANTEN REI2EN. hebben hoe fraai die bruine vrachtjes er als binnenin liggen, gunnen wij ons thans dat kinderlijk vermaak nog eens; en zie! daar vliegen, daar zweven zij weldra, als even zooveel valschermen; deze vallen spoe- dig op den grond, andere blijven eenigen tijd zweven, nog andere worden door den wind naar boven gestuwd, over de boomen, over do huizen heen gevoerd, en drijven in de luchtzee weg, een heel eind weg! 't Zijn de kinderen van die plant, die wij, zonder daaraan te den- ken, op goed geluk de wijde wereld instuurden. Trouwens dat is zoo hunne be
. Album der Natuur. 244 HOE DÉ PLANTEN REI2EN. hebben hoe fraai die bruine vrachtjes er als binnenin liggen, gunnen wij ons thans dat kinderlijk vermaak nog eens; en zie! daar vliegen, daar zweven zij weldra, als even zooveel valschermen; deze vallen spoe- dig op den grond, andere blijven eenigen tijd zweven, nog andere worden door den wind naar boven gestuwd, over de boomen, over do huizen heen gevoerd, en drijven in de luchtzee weg, een heel eind weg! 't Zijn de kinderen van die plant, die wij, zonder daaraan te den- ken, op goed geluk de wijde wereld instuurden. Trouwens dat is zoo hunne bestemming, en, hadden wij 't niet gedaan, straks had een windvlaag die taak op zich genomen. Dat zaadpluis, zooals het kuifje genoemd wordt, reeds zoo sierlijk bij deze plant, is bij sommige andere aan haar verwante gewassen nog veel keuriger van bewerking, daar die afzonderlijke haartjes dan op hunne beurt weder zijdelings met nog fijnere haartjes bezet zijn en daardoor volmaakt op uiterst fijne vedertjes gelijken. Een groot aantal planten zijn er, welker vruchtjes of zaden van zoo- danig zaadpluis voorzien zijn. 't Zal u thans wel gemakkelijker vallen om te begrijpen dat, wanneer die vruchtjes of die zaden nu uiterst klein en licht zijn, zij ook voor de verre reizen, waarvan ik straks gesproken heb, alle geschiktheid hebben. Wie zag — om slechts één voorbeeld van eigenlijke gekuifde zaden te noemen — niet vaak in de lente een legio zeer fijne pluisjes in de lucht omzweven, dikwerf zelfs in de straten der stad? Sommige dach- ten wel eens dat het zeer kleine diertjes waren, terwijl anderen, die dat wel beter zagen, zich vergenoegden met te zeggen dat ze niet wisten of begrepen waar dat pluis vandaan kwam. Het zijn billioenen zaadjes van Wilgen ', Flg. 10, die, dan reeds rijp zijnde, de opengebarsten vruchtjes verlieten. Nu kan men licht nagaan dat die, wanneer ze door een stormvlaag hoog in de lucht opgevoerd worden, in dien snellen luchtstroom Fiff. Z;iad van den Wi
Size: 1451px × 1721px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura
