. Des wereldts proef-steen, ofte, De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . hy wilt aen Godt niet gheuen,Noch den armen helpen leven-, En int middel van het goudc Soeckt hy felver onderhoudt. C c Gek 202 RYCKDOMMEN. Ghelt ontfluyt ons alle quaden,Ghelt en kan ons niet verfaden», Ghelt den wijten man verblindt, Ghelt den rechter-ftoel verwindt:Ghelt dringht door de ftaeledeuren,Ghelt doet iuyver maeghden treuren-, Gheltgheeft rneeftden flaghint vcldt, Ghelt doet over al gh e weidt:Ghelt maeckt fielen goede mannen,Ghelt doet deught en eere bannen-, G
. Des wereldts proef-steen, ofte, De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . hy wilt aen Godt niet gheuen,Noch den armen helpen leven-, En int middel van het goudc Soeckt hy felver onderhoudt. C c Gek 202 RYCKDOMMEN. Ghelt ontfluyt ons alle quaden,Ghelt en kan ons niet verfaden», Ghelt den wijten man verblindt, Ghelt den rechter-ftoel verwindt:Ghelt dringht door de ftaeledeuren,Ghelt doet iuyver maeghden treuren-, Gheltgheeft rneeftden flaghint vcldt, Ghelt doet over al gh e weidt:Ghelt maeckt fielen goede mannen,Ghelt doet deught en eere bannen-, Ghelt maeckt aen de Princen lief Dickwils eenen grooten dief:Ghelt een pefte van de ft eden,Wordt nochtans van ons aenbeden» Naer den rijekdom en het ghelt Sietmen dat een ieder ist ?T is om te levenDaermen is al-om verdreven: Maer die ghelt heeftjis een Heer, . Al en heeft hy deught noch Homerus en veel dichtersBaden broodt als kaele wichters. Konfte,wijsheyt, hooghghebiet Sonder ghelt en gheker niet. VVAER. VAN BESCHVLDÏNGHE. 20J YDELHEYDT. Treffelijk werkenen Hmjs,. WAERHEYDT* Vanghenijfe ,forgti en Cruys. C02 VVAER- Ï04 GRÖOTE HVYSEN. VVAERHEYDT. 9 f W** B e e l d t dat ieder fiet voor ooghen, | Kan ons openbaer vertooghen, Wat dat onfe VVaerheydt houdtVan een van buyten en van binnenT huys hier afghebeeldt met finnenj Gaet en ftaet hier met ghemack Oock tot boven op het dack:Siet, en wilt op alles letten,Soo op camers als faletten; Siet oock al wat datter is In een groote vanghenis:Ghy iiilt met de VVaerheydt fpreken,Dat dit Huys heeft veel ghebreken, En van camers is vermaert, Maerveel drucksen droefheydt baert,Want die daer zijn inghefeten,Niet dan broodt van tranen eten, En ghedurigh dagh op dagh Wachten hunnen leiten ï ist dat wy moeten leerenVan de Huyfen van de Meeren, Die feer wijdt zijn en (eer groot, Naer noyt vry van grooter noot. By GROOTE HVYSEN. 20J By de lieden van vermoghenScaet het H
Size: 1798px × 1390px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1640, booksubjectemblems, bookyear1643