. Het leerzaam huisraad : vertoond in vyftig konstige figuuren, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . geloove heeft, ende en beeftde vjerken niet ? kan dat geloove hem zalig maa^ken ? Indien Vr nu een broeder of zujler naakt zoudenzyn , en gebrek zouden hebben van dagelyks voed^Jel: En iemant van u tot haar zoude zeggen , Gaatheenen in vrede ^ voord warm, en word verzadigt:en gy-licden en zoudet haar niet geevcn de nood-druft tgheden des lichaams , wat nuttigheid is dat ? yJlzo ook het geloove , indien het de werken nieten heeft, is by hem zelven dood. 2 Petrus I: 5-5 6, 7, 8. En gy tot


. Het leerzaam huisraad : vertoond in vyftig konstige figuuren, met godlyke spreuken en stichtelyke verzen . geloove heeft, ende en beeftde vjerken niet ? kan dat geloove hem zalig maa^ken ? Indien Vr nu een broeder of zujler naakt zoudenzyn , en gebrek zouden hebben van dagelyks voed^Jel: En iemant van u tot haar zoude zeggen , Gaatheenen in vrede ^ voord warm, en word verzadigt:en gy-licden en zoudet haar niet geevcn de nood-druft tgheden des lichaams , wat nuttigheid is dat ? yJlzo ook het geloove , indien het de werken nieten heeft, is by hem zelven dood. 2 Petrus I: 5-5 6, 7, 8. En gy tot het zelve ook alle naarftigheid toe^brengende , voegd by uw geloove deugd , en by dedengd kcnniffe, En hy ds kennijfe maatigheid ^ en by de maat tg-heid lydzaamheid , en by de lydzaambeid Godza^ligbad, Efi by de Godzaligheid broedcrlyke liefde^ enbyde broederlyke liefde, liefde [tegen alle. ] IVant zo deze dingen by u zyn, en \jnu~] over^vloedig zyn , zy en zullen [jf] met leedig noch on~vruchtbaar laaten in de kennijfe onzes Meeren Je-zus Cbriftus, D Het 4t Het LEERZAAM Het VUURSLAG. Dat het Is mym woord ntet alzo , ah een vuur , fpreekt deHEER £? tf» ah een hamer^ [ die] een[leenrotfe temorfeljlaat^, Jeremias XXII1;29. 0^ o HUISRAAD. 45Op Figuur XII. f fchoon de vonken rykMyk quamen. En c tintel was niet by der hand,Op dat zy haare wooning namen, En maakten een gewenfte brand,Zo koft inen vuur noch licht ontfleeke. Op dat de naare duifternisMet zyn bedekfel t oog ontweeke, En voorts gefchied wat noodig harde Hert word wel geflaagen, Daar fpringen ook wel vonken uit,Van overtuigde droeve vlaagen, Tot wee en klaagelyk geluid:Maar telkens zyn zy weer verdweenen ^ En t Oog der Zielen blyft verblind,Dewyl die vonk, tot licht verfcheenen. Ontrent het Hert geen Tintel lang dan zult gy achtloos weeze, En maakcn geen bereiden grond,Daar t Vonkje van des Heeren vreeze Zyn voedfel en verblyf in vond? Bekruipt u geen bekommernifTe, D i Zo 44 Het LEERZAAM Zo u


Size: 1493px × 1674px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksubjectcond, booksubjectemblems