. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . and ! ^ Wat erft men veelerlei gebreeken , Die fteeds vermeerdren, hand voor hand:Onze ouders konden daar van fpreeken, En die ons volgen gaan niet ziet de hooggereezen wallen Verwoest door toorne en wil dit eindlyk toe vervallen? 87* Het Volk boet de fcbuld derVorflen. W/As t niet een fnoode Princen vond,Dat zich ganfch Griekenland beroerde En Troj
. De leermeester der zeden, vertoond in Horatius zinnebeelden, lierzangen, enz., Lof van 't landleven, en Bespiegeling op 't leven der menschen, verbeeld in de vier getyden des jaars. Met veele uitmuntende verzen vermeerderd . and ! ^ Wat erft men veelerlei gebreeken , Die fteeds vermeerdren, hand voor hand:Onze ouders konden daar van fpreeken, En die ons volgen gaan niet ziet de hooggereezen wallen Verwoest door toorne en wil dit eindlyk toe vervallen? 87* Het Volk boet de fcbuld derVorflen. W/As t niet een fnoode Princen vond,Dat zich ganfch Griekenland beroerde En Troje neêrftortte in den grond,Toen Priaams zoon Helene ontvoerde ? Die Vorften toonden eedler bloed,Die eerst zichzelven wetten fielden. t Geen s Konings dartle lust misdoed,Zal t heele koningryk ontgelden. 88. Die wel leeft is overal zeeker. T\E Wyfe fterfc niet onbereid. jEfcbyl, wanneer hy quam te hooren t Geen van zyn noodlot wierd gezeid,Heeft zedert de open lucht gekooren Nog viel het uit zoo t was plaars of wyz is niet geleegen. Het fterfuur maakt hem niet ontfteld,Pje fteeds de deugd volgd op haar wegen. De üït HÓRATIUS, 45 De wraak, boewei met traage flappen,Zal cincflyk eens den fchelm betrappen*. 89. Straf na verdienfien. TT\E tempeldief of moordenaar, Al word hy niet op t feit gegreepen,Nog zweeft de ftraf niet ver van daar, Die hem vervolgd met felle menge zich, in fchoone fchyn, Voor t oog der menfchen, onder vroomen ,t IVIag voor een tyd verborgen zyn, De wifle ftraf zal eindiyk koomen. 00. Het 46 ZINNEBEELDEN 90. Het aanftaande is ons verborgeneTlY is al te ongerust van geest, Die, of door palier, vogelfchreiën, Of ingewand van eenig beest,t Befluit van God zoekt af te leien. De kennis van Gods wys beftierWord van den Hemel niet gegeeven Aan eenig onvernuftig dier:Die magt is aan Jupyn gebleeven. 91. Niets fnelkr dan de Tyd. DEtrouw uw leeven niet te hoog:De Tyd zal fnel van u verdryvenDe Jeugd en wellust van het oog; Geen min nog fchoon
Size: 1601px × 1560px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1700, bookiddeleermeesterder00jan, booksubjectemblems