. Ian vander Veens zinne-beelden, oft Adams appel. Verciert met seer aerdige const-plaeten mesgagers syne oude ende nieuwe ongemeene bruydt-lofs ende . èrwmden>Is al te bont, Ghy iult u Man wel vinden,O Rodcmoüt Groot | Groot en vermetel, VJh §*unt op grote en kracht die vint ftch vaak bedrcge, Hi^rC2°;Offcb daar op verdriefcht die heeft een gek-beraadt, ^ Een kleynnepofl foo vajl gelijk een majl-boom Haat, Dies ntemant vvie hy zy daar op fich mach verboogen^ Jerem. 9: Der kleynen gauwicheyt krenkt vaak eengroot vermoogt, Een kleynen Davidt weleen Rem ter needer-flaét,
. Ian vander Veens zinne-beelden, oft Adams appel. Verciert met seer aerdige const-plaeten mesgagers syne oude ende nieuwe ongemeene bruydt-lofs ende . èrwmden>Is al te bont, Ghy iult u Man wel vinden,O Rodcmoüt Groot | Groot en vermetel, VJh §*unt op grote en kracht die vint ftch vaak bedrcge, Hi^rC2°;Offcb daar op verdriefcht die heeft een gek-beraadt, ^ Een kleynnepofl foo vajl gelijk een majl-boom Haat, Dies ntemant vvie hy zy daar op fich mach verboogen^ Jerem. 9: Der kleynen gauwicheyt krenkt vaak eengroot vermoogt, Een kleynen Davidt weleen Rem ter needer-flaét, : Soo Kraeken als Galtjoens die werden wel befchaadt* Haar vlaggen vande Heng door minder af-gëtoogen, Dies ntemant en vertrolj de kleyne deurgeqctet, Gedenket vry> men meet geen lujden met ter eïï > JS/lisbruyk u leeden niet^ghygroote tot de vvaapen, VVteft niet vermetel, noch te (chimps op kleyn qevvaS\ VVant vreefl de kleyne Godtfoo is hy recht van pas, Math r% Degrootedoethyt niet, foo is hy kleyn gefchaapen. ™êro; iDd j Den 2T4 Den hoogb-moet doet geen goet, alleen de BorgeryVan Hattern, krijgbt daar deur de boter inde bry* O Ricbard arrogant ton bienrfeft plus quefandre^Car Dieu te laf?refle gj* U te peut reprendre. 2iy XLII. Den hoogh-moeï doet geen goet, alleen de BorgêryVan Hat tem, krijght daar deur de boter inde bry. C Iet Bakftagh is de windt dat al de zeylen draagen, ^ Het Bramfeyl ftaat in top, trots alle die t mishaagden, Eylaas watgrooter buy verfteurt dit blye rijk, Die ftengen over-boort, de zeylen uy tte leyk, Dit paftmen op de geen die door des Heeren zegen, Syn Schaepcn (fomen feyt) heeft op het droogh gekreegen- En fieh daar op verheft met öp-geblaefen moet, En paft op niemant niet op wie dat hem gemoer, Het is wel eer gefchiet en fa) wel meer gefchieden, Dat arme werd en rij k, en rij ke arme lieden, Deur water, brandt, en krijgh, en ongevallen meer, Raakc Rijkaart om fyn goedt en hooge-moet ter neer. O Richard arrogant
Size: 1877px × 1331px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1640, booksubjectemblems, bookyear1642