. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 35. — RANUNCULACEAE. — 203 De blücmcn zitten op gegroefde stelen en zijn vrij klein , zij hebben geelachtige, teruggeslagen kelkbladen , die bijna even groot zijn als de gele, glanzende kroonbladen. De vriichtbodem is cylindrisch en vrij hoog en draagt de vriichtjes , die van een spits puntje zijn voorzien (fig. 238). Zeer vergiftig. dM. O, ook ©o, zelden i;. Mei—November. Biologische bijzonderheden. De bestuiving geschiedt als bij R. Lingua. Volksnamen. In Zuid-Holland heet de plant duivelbit of kankerbloempje, in de Graafschap Zutphen eppe, jic


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 35. — RANUNCULACEAE. — 203 De blücmcn zitten op gegroefde stelen en zijn vrij klein , zij hebben geelachtige, teruggeslagen kelkbladen , die bijna even groot zijn als de gele, glanzende kroonbladen. De vriichtbodem is cylindrisch en vrij hoog en draagt de vriichtjes , die van een spits puntje zijn voorzien (fig. 238). Zeer vergiftig. dM. O, ook ©o, zelden i;. Mei—November. Biologische bijzonderheden. De bestuiving geschiedt als bij R. Lingua. Volksnamen. In Zuid-Holland heet de plant duivelbit of kankerbloempje, in de Graafschap Zutphen eppe, jichtkruid of jeukkruid (het laatste ook in Twente en op Walcheren), op Walcheren kikkerbloempje, op Voorne mest- kruid, in Waterland stink- of waterbloem. Voorkomen in Europa en in Nederland. Ook deze hygrophile plant komt op moerassige plaatsen en aan slootkanten door geheel Europa voor. R. auricomus') L. Gulden boterbloem (fig. 239). Uit den korten wortelstok komt de rechtopstaande, gladde, in de jeugd naar boven fijn behaarde en over het midden meest vertakte stengel. De wortelbladen zijn langgesteeld met vliezige scheede, de ongedeelde, die eigenlijk behooren bij de het volgend jaar bloeiende plant, zijn gekarteld- getand , de gedeelde zijn handdeelig met wigvormig- rondachtige of omgekeerd eironde, van voren diep gekartelde slippen. De hoogere bladen zijn hand- deelig met lijn- of lijn-lancetvormige, gave of ingesneden slippen, de jongste bladen hebben een gewimperden rand. De bloemen hebben zacht behaarde stelen. De kelkbladen zijn eerst lichtgroen , daarna geel, van buiten behaard. Op vetten boschgrond of weide- grond bezitten slechts de eerste bloemen niet vol- ledig ontwikkelde bloemkronen, doch soms zijn die ook al volkomen. Hoe droger de bodem echter is en hoe zonniger de standplaats, des te zeldzamer zijn de bloemkronen volledig. Aan de volkomen kroonbladen is het honiggroefje door de verdikte zijranden slechts onvolledig bedekt, aan de onvolkomen zijn de nect


Size: 1364px × 1832px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants