. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. 4So XXI. NiTIDULIDAE. — II. MeLIGETHES. l-ij:. .i3. Vüü : lim'llies otjsturus Kr. ( welke om de trochantinen vcrloopen en vol^i^ens Schihky door hare verscheidenheid tot de onderscheiding ran soorten zouden aanleiding kunnen geven. J'eelal worden de dijlijnen door de achtercoxac bedekt en blijven dan onzichtbaar { bij M. coracinits, vidu- atus en heb es). Het laatste stemlet aan weerszijden met een ondiepen, boogvormigen indruk. Voorschenen fiaar het uiteinde verbreed, in d


. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. 4So XXI. NiTIDULIDAE. — II. MeLIGETHES. l-ij:. .i3. Vüü : lim'llies otjsturus Kr. ( welke om de trochantinen vcrloopen en vol^i^ens Schihky door hare verscheidenheid tot de onderscheiding ran soorten zouden aanleiding kunnen geven. J'eelal worden de dijlijnen door de achtercoxac bedekt en blijven dan onzichtbaar { bij M. coracinits, vidu- atus en heb es). Het laatste stemlet aan weerszijden met een ondiepen, boogvormigen indruk. Voorschenen fiaar het uiteinde verbreed, in den regel duidelijk en op verschillende wijze getand (Fig. 43). Tarsen 5-ledig, de eerste 3 leedjes verbreed. Klauwen geivoon, zelden getand. Bij het ? is het laatste sterniet geheel afgerond, bij het i aan het uiteinde iets uiigerand; veelal met een kleinen indruk aan het uit- einde en soms ook met een klein bultje. Bij het S van som- mige soorten is ook het meiasternum iets ingedrukt; ook zijn bij het S de voor- en middeltarsen sterker verbreed en be- zitten zij nog een kleinen anaalring. De soorten van dit genus zijn geivoonlijk zwart of bruiti, soms bronskleurig, groen- of blauwachtig; zij ver- toon en, bij microscopisch onderzoek, op de boven- zijde eene zeer verschillende scidptuur [Fig. 44). — De soorten levoi bijna uitsluitend op bloeiende planten, zeer zelden achter schors en aan uit- vloeiende boomsappen. Zij voeden zich vooral met stuifmeel. Enkelen zijn. schadelijk aan cultuur- geivassen {o. a. M. brassicae aan koolzaad). — De ontwikkeling van M. brassicae is door Heeger, de lai-ve en pop van brassicae en viridescens door Per ris, de larve en pop vat! Symphyti door Cornelius, de larve van diffic ilis door Rey en de larven van nanus, obscurus, flavipes, egenus en erythropus, betlevens de pop van tianus, door Per ris beschreven. Van de ruitn 100 Europeesche soorten kometi 43 iti Nederland en 20 /;/ het aangrenzend ge- bied .S,nl|,lmir liij M f lip,Milis


Size: 1708px × 1463px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, booksubjectbeetles, bookyear1898