. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. ODONTOPHORUS. 3 i i zich door ontwikkelde kuiven aan den bovenkop en behooren tevens tot de kleinste en schuwste onzer Hoenderachtigen. De eerste slagpen reikt ongeveer tusschen de achtste en negende; de vierde is de langste, S. P. komen niet langs de zeekust of in den omtrek van bewoonde plaatsen voor, maar wel op de savannes en de daar- aan grenzende wouden. Gedurende den paartijd leven ze bij paren, maar daarna in troepen van 8 tot 20 individuen. Hun vlucht is zwak en nimmer van langen duur, Loopen kunnen ze echter zeer vlug, en


. De vogels van Guyana (Suriname, Cayenne en Demerara). Birds. ODONTOPHORUS. 3 i i zich door ontwikkelde kuiven aan den bovenkop en behooren tevens tot de kleinste en schuwste onzer Hoenderachtigen. De eerste slagpen reikt ongeveer tusschen de achtste en negende; de vierde is de langste, S. P. komen niet langs de zeekust of in den omtrek van bewoonde plaatsen voor, maar wel op de savannes en de daar- aan grenzende wouden. Gedurende den paartijd leven ze bij paren, maar daarna in troepen van 8 tot 20 individuen. Hun vlucht is zwak en nimmer van langen duur, Loopen kunnen ze echter zeer vlug, en wel door het dichtste struikgewas. Soms ziet men een troepje op de open savanne, maar bij nadering van gevaar trekken alle zich oogenblikkelijk in het struikgewas terug. Op boomen ziet men Yio' Etipsyc/iortvx sonnini. S, P, zelden of nooit. Hun voedsel van insecten, zaden enz. vergaren ze tusschen het gras enz. of krabben ook meermalen den grond open. Hun vleesch smaakt zeer lekker. In de kolonie staan S. P. bekend als Sabana-patrijs of Anamoen, d. w. z. Savanne-patrijs en bij de Caraïben alsTjaibieda. E. S. nestelt op den grond tusschen het struikgewas. Het wijQe legt 6 tot 10 eieren, die door Nehrkorn beschreven worden als wit met een roodachtige tint en bruingele vlekken, Afm. X 25 ODONTOPHORUS, VIEILL, O. guianensis, Gm, = id., Cab. in Scliomb. Reis. = id., Brouni, Br. Guiaiia. = Le Tocro ou Perdrix de la Guiane, BufJ. Ad. Bovenkop donker kastanjebruin met onregelmatige roodbruine en zwarte vlekken; achternek en mantel grijs met zwarte vlekjes; onderrug en stuit zand- achtig roodbruin, overgaande in donker roodbruin aan de dekv. bov, d. st. en alle met min of meer zwarte vlekken; , schoudervederen en buitenste slagp, v, d. 2den rang roodbruin, gevlekt, vooral aan de tip v, d, binnenvlag met zwart en alle onregelmatig geteekend, gestipt enz, met dezelfde kleur; enkele der schouder-. Please note that these images are extracted from scanned page image


Size: 1698px × 1472px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksubjectbirds, bookyear1908