. De flora van Nederland. Plants. 310 — JUNCACEAE. FAMILIE Juncus silvaticus Fig. 222. De bloelwijze is rechtopstaand, meest sterk samengesteld, pluimvormig ver- takt met meest rechtopstaande hoofd- en afstaande zijtakken met vele hoofdjes. De laatste zijn meest klein, circa 4-7 mM breed, meest arm (5-8-) bloemig. Het schutblad is alleenstaand, rechtopstaand, meest veel korter dan de bloeiwijze. De bloemen zijn omstreeks 3 niM lang, meest roodbruin. Zij hebben onge- lijke bloemdekbladen (fig. 222), de buitenste zijn korter, lancetvormig, lang toegespitst, de binnenste breed lancetvormig,


. De flora van Nederland. Plants. 310 — JUNCACEAE. FAMILIE Juncus silvaticus Fig. 222. De bloelwijze is rechtopstaand, meest sterk samengesteld, pluimvormig ver- takt met meest rechtopstaande hoofd- en afstaande zijtakken met vele hoofdjes. De laatste zijn meest klein, circa 4-7 mM breed, meest arm (5-8-) bloemig. Het schutblad is alleenstaand, rechtopstaand, meest veel korter dan de bloeiwijze. De bloemen zijn omstreeks 3 niM lang, meest roodbruin. Zij hebben onge- lijke bloemdekbladen (fig. 222), de buitenste zijn korter, lancetvormig, lang toegespitst, de binnenste breed lancetvormig, vliezig gerand, bijna ge- naald, aan den top iets teruggebogen. Meel- draden zijn er 6 met helmknopjes langer dan de helmdraden. De stijl is omstreeks zoo lang als het vruchtbeginsel met lange, lichtpurperkleurige stempels. De doosvrucht (fig. 222) is langer dan de bloemdekbladen, geleidelijk in een langen snavel versmald, 1-hokkig, bruin, glanzend en bevat kleine, doorzichtige, roodbruine zaden, bijna zonder aanhangsel. 2].. 3-9 dM. Juni, Juli. ' Deze soort is aan de hoofdjes, die meest niet veel grooter zijn dan bij J. alpinus, doch kleiner dan bij J. lamprocarpus en aan de toegespitste bloemdekbladen gemakkelijk te herkennen. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze soort komt in moerassige bosschen, in venen, vochtige weiden en aan slooten in een groot deel van Europa, vooral naar de zeezijde voor. Zij is bij ons algemeen. Volksnaam. In het Oostelijk deel der Veluwe heet zij hooibies. J. lamprocarpus >) Ehrh. Waterrusch (fig. 223). Deze soort is levendig groen, los zodenvormend. Zij heeft een recht- opgaanden, doch meest opstijgenden, zelden liggenden stengel. Deze is ook naar boven be- bladerd, rond of min of meer samengedrukt. De bladen hebben een geoorde scheede, waaraan bij de onderste de schijf ontbreekt, terwijl deze anders rolrond of samengedrukt is, door schotten in kamertjes verdeeld is en korter is dan de stengel. De bloeiwijze is rechtopstaand, samengesteld


Size: 1397px × 1789px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants