. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Slerna pekcanoide-i, die echter een weinig irrooter is, en eenen dikkeren, geelachtigen bek heeft. Andere soorten, van een zeer stevig maaksel, liebben den staart zeer weinig gevorkt. Hiertoe behoort de grootste van allen, Slerna Caspia genoemd. Zij bereikt nagenoeg twee voet, en heeft eenen rooden bek en zwarte pooten. Men treft haar in Oostelijk Europa, Australië en Afrika aan, en zij verdwaalt somtijds tot ons. Vele soorten met eenen diep gevorkten staart zijn lijner van maaksel. Hiert


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. Slerna pekcanoide-i, die echter een weinig irrooter is, en eenen dikkeren, geelachtigen bek heeft. Andere soorten, van een zeer stevig maaksel, liebben den staart zeer weinig gevorkt. Hiertoe behoort de grootste van allen, Slerna Caspia genoemd. Zij bereikt nagenoeg twee voet, en heeft eenen rooden bek en zwarte pooten. Men treft haar in Oostelijk Europa, Australië en Afrika aan, en zij verdwaalt somtijds tot ons. Vele soorten met eenen diep gevorkten staart zijn lijner van maaksel. Hiertoe behoort de yewone Slem, Slerna Jdrundo, die veelal sVischdiefje" of ook »Ikstern", genoemd wordt, met roodo pooten en eenen grootendeels rooden bek. Zij wordt in geheel Europa tot Hindostan en Noordelijk Afrika aangetroffen, en schijnt zelfs in Noordelijk Amerika voor te komen. Dit is de gewoonste soort van ons werelddeel; zij woidt in ons land op vele plaatsen, in duin, op moerassen, op weilanden broedend aangetroffen, en men ziet haar overal langs de wateren, zelfs op de singels om de steden vliegen.— De kleine Slem, Slerna , heeft den bek en (l(> pooten oranjegeel. Zij broedt op de zandbanken der rivieren of der zeekust, bij ons b. v. aan den hoek van Holland. — Sommige soorten zijn op de bovendeelen bruinzwart, b. v. Slerna fuliginosa, die aan de kusten der landen en eilanden van alle heete gewesten schijnt voor te komen. — Bij eene tamelijk kleine soort, Slema melanaucJien, zijn de lichtgrijze slagpennen van eenen breeden, overlangschen, witten band voorzien, en de bovenkop is wit, maar door eene zwarte sjerp omgeven. Zij is menigvuldig op de Molukken en Nieuw-Guinea, en broedt aldaar gezellig op zandbanken of op zandige Sterna vielniiaurlii Bij sommige soorten zijn de zwemvliezen sterk uitgesneden. Zij houden zich veelal op meren en moerassen op, voeden zich met waterinsekten, inaken haar nest van waterplanten en plaatsen het op het


Size: 2296px × 1088px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872