. Zederyke zinnebeelden der tonge . boeg: Dan doet ge uw feilen blikzem branden;Uw donder daveren ; dan dreunt de vafte kruinVan *t rookende gebergt: dan florten fteên tot puin. Evenwel vindt men hedendaags nogh menfchen , dittegensdewysheidt Gddts in zyne fchepzelen fpreeken,en zeggen durven, dat alles niet is, dan eene wyze vanbeftaan, die alle de hoedanigheden en deelenvereifcht,welke tot dat beftaan noodtzakelyk zyn. DUB- i6 ZINNEBEELDEN DUBBELE TONG E, Dcletfat & Anget. De Huift bekoort ons oog wel door haar blinkendt groen; Maar wie haar nadren durft, om eenig bladt te plukken, Voelt dad


. Zederyke zinnebeelden der tonge . boeg: Dan doet ge uw feilen blikzem branden;Uw donder daveren ; dan dreunt de vafte kruinVan *t rookende gebergt: dan florten fteên tot puin. Evenwel vindt men hedendaags nogh menfchen , dittegensdewysheidt Gddts in zyne fchepzelen fpreeken,en zeggen durven, dat alles niet is, dan eene wyze vanbeftaan, die alle de hoedanigheden en deelenvereifcht,welke tot dat beftaan noodtzakelyk zyn. DUB- i6 ZINNEBEELDEN DUBBELE TONG E, Dcletfat & Anget. De Huift bekoort ons oog wel door haar blinkendt groen; Maar wie haar nadren durft, om eenig bladt te plukken, Voelt dadelyk zyn handt van fcherpe prikkels drukken i m ,En ziet met fmart en fchaamt fcyn ftoute vingren bloén. Zoo weet een dubble tong ons liefTelyk te ftreelen, (Gelyk de looze rluit den vogel lokt naar t net,) Tdt ze ons heeft in den ftrik gevangen en bezet, En dwingt naar haarewys te leev en, en tequeelen; Dat een te laat berouw van t ligt betrouwen baart 9 En elk een fchetze geeft van haar geveinsden aart Awres der T O N G Aures fuperbas atque credulas vafefTitillat aflentator. huk amor futVelis miniftrat, fuggeritque audaciamImpune quidvis menüendi peélus impos ^ mfciumque vfaidcgVirtutis, auras dum wlucres aucupat9Famamque iwanem, lande ver act sadiu D. B. B Van ï8 ZIN NEB RE LDEN Van dedubbeltongïge menfchen zegt het Hollandt-fche fpreek woordt, dat zy water in de eene, envuur in de andere handt draagen, ende verhaalt (ofteliever verfïert, dogh bequaamelyktotdedubbeltongigenover te brengen) Diodorus Siculus in zyn derde Boekomtrent het einde , dat in zeker ooftelyk eilandt eenvolk woont , die uit de natuure van onder uit de keelop een gefpleete tong hebben, die zoo los en fnel is,dat zy niet alleen meiifchelyke taaien, maar ook t ge-luit der vogelen weet na te fpreeken , en een van de-zelve eilanders te gelyk aan twee menfchen kan ant-woordt geeven. Salomon zegt int 27 Hoofdtftuk zy-ner Spreuken; die zynen vrindt zegent met luider ftem-me, zich 9s mor


Size: 1608px × 1554px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems