. De flora van Nederland. Plants. 62 CERATOPHYLLACEAE. Familie 28. Bloem. De Ceratophyllum-soorten bloeien vaak jaren achtereen niet. De mannelijke en de vrouwelijke bloemen staan in verschillende bladkransen dooreen. De stijl der vrouwelijke bevat nergens papillen, doch de geheele onderzijde scheidt een kleefstof af, en doet dus den dienst van stempel. De helmknopjes zijn zeer rijk aan stuifmeel evenals bij windbloemen. Zij bestaan uit een onderste deel met 2 zijwaarts openspringende stuifmeel- kamers en een bovenste, dat een los , lucht bevattend weefsel omsluit. Dit deel loopt in 2 naar het


. De flora van Nederland. Plants. 62 CERATOPHYLLACEAE. Familie 28. Bloem. De Ceratophyllum-soorten bloeien vaak jaren achtereen niet. De mannelijke en de vrouwelijke bloemen staan in verschillende bladkransen dooreen. De stijl der vrouwelijke bevat nergens papillen, doch de geheele onderzijde scheidt een kleefstof af, en doet dus den dienst van stempel. De helmknopjes zijn zeer rijk aan stuifmeel evenals bij windbloemen. Zij bestaan uit een onderste deel met 2 zijwaarts openspringende stuifmeel- kamers en een bovenste, dat een los , lucht bevattend weefsel omsluit. Dit deel loopt in 2 naar het midden gekromde doorntjes uit, welke looistof bevatten en dus dienen om de knopjes tegen slakkenvraat te beveiligen. Het helmknopje is door den beschreven bouw lichter dan water, de stuif- meelkorrels er in hebben het soortelijk gewicht van water en zweven dus. Als de helmknopjes bijna rijp zijn, buigen zich de bloemdek- (omwindsel) slippen naar binnen en drukken op de knopjes. Deze laten daardoor los van de draadjes en worden naar buiten geperst. Zij gaan door hunne lichtheid naar boven , springen intusschen open en de geheele weg, dien zij af- leggen , wordt voorzien van ronde of langwer- pige stuifmeelkorrels, die de buitenste laag, de exine missen. De kans om op de stempels der \T0uwelijke bloemen te komen wordt vergroot, doordat de jonge bloemdragende stengelleden een periodieke beweging hebben, die van het licht onafhankelijk is (in 6 uur wordt een hoek van 200° doorloopen). De vruchten hebben een harde schaal en soms stekels, zoodat ze gemakkelijk door watervogels verspreid worden. C. submérsum') L Ongedoornd hoornblad. (Fig. 61). Deze ondergedoken waterplant heeft gladde, teere stengels en frisch- groene bladen met haarvormige, zachtere, meer buigzame bladslippen dan bij C. demersum. In den winter zijn echter de bladen donkerder en stijver.' Daar de bladen in kransen staan, bestaat iedere krans wel uit 30 of meer slippen. De vrucht is rondachtig-eirond, circa 5 mM la


Size: 1445px × 1729px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants