. Nederduytsche poëmata . anneer hy fiet bedrieghen, Hy fbeckt daar in oock fy foecktte flempen, Hy dempt gelijck om ftrijd,Gheen Zee fijn luftkan dempen^, End foo vergaat de tijd:Dus roepen al de menfi:hen, Leeft, fbo ghy leven fiet^ Laat H Laat ons voldoen ons vvenfchen. Een ander hebb verdriet:Daar teghen roept de Heere, Leeft, fooick heb der dueghden leer^ Endmy die eere geeft,ïck ben uw God^ uw Vader, lek ben uw wegh, uw licht,N a my moet allegader Uw wefèn lijn gericht^Soo let niet op de lieden Die buyten t fpoore gaan,Maar watter moet gefchieden. End watter


. Nederduytsche poëmata . anneer hy fiet bedrieghen, Hy fbeckt daar in oock fy foecktte flempen, Hy dempt gelijck om ftrijd,Gheen Zee fijn luftkan dempen^, End foo vergaat de tijd:Dus roepen al de menfi:hen, Leeft, fbo ghy leven fiet^ Laat H Laat ons voldoen ons vvenfchen. Een ander hebb verdriet:Daar teghen roept de Heere, Leeft, fooick heb der dueghden leer^ Endmy die eere geeft,ïck ben uw God^ uw Vader, lek ben uw wegh, uw licht,N a my moet allegader Uw wefèn lijn gericht^Soo let niet op de lieden Die buyten t fpoore gaan,Maar watter moet gefchieden. End watter dient gedaan,Om hier geruft te leven. End na de doende dueghd,Te worden op geheven Tot in de hooghfte defè leer betrachten Sijn hier, end altijd diefè ftaagh verachten Vervallen naar de hel:Die Godes gunft wil derven. End leven naar ftjn w^enfch,Hoe Ibud hy kennen fterven Als een rechtveerdigh menfcH^ Nafcen- Nafcentem extinguite flammam* Soo dm erghms hrmd ontBééfBlufck hm- eer jj hoogher gaat*. jnp Vonxken daar mcnfomtijds niet -*• Op en let;, hoe wel ment fiet^Sietmen oock fijn vlammen (laanBoven dhuyfcn, endegaan ï Toe 66 Toe verderven, end tot wee,Beydvanmenichen,end van vee: Even gaat het oock met ons,Soo de Geeft, als met een ipons,Nietenwaftde vlecken afDie onsoytde Weet-fucht gaf-Even^ lègh ick, gaat het oockMet de menichen die den roockVan haar eyghen ydel EerAchten in haar herte meer,Als Godseere van fijn de liefde tot fijn Kerck^Die Gods wil, end reyne WetHouden naar haar hoofd gefet^Dickvvils uyteenmifverftand:,Of om niet te fijn vermant,Defè om te houden ftaanHare woorden fietmen flaanMenigh ongherijnulen flagh^Diemenoock wel eertijds faghVan haar (èlfs beftraffen fèerTot bevordrinah van Gods , end daarom, fiec, foo iftDat de kleen begonnen Twift,Die maar tuffchen weynigh raaflIn tbeghinfèl, oock in t laaftSwentfelt, endedaaghlijcx kruyptLanghs de ftraten, ende fluyptIn een ongeipend gemoedDat meer guaad^als vo


Size: 1586px × 1574px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1630, booksubjectemblems, bookyear1635