. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . slotte worden over de Atjehsche weefselsnog de navolgende bijzonderheden overgenomen uit Prof. Dr. C. Snouck Hurgronjes werk:„de Atjehers. „Reeds aan de kleeding en houding onderscheidt men de echte Toenongers van de lieden derbenedenstreken. Wel is voor beiden de eigenaardige Atjehsche broek (thiloeeuë ofloeeuëAtjeh), van reusachtige wijdte, karakteristiek en beschouwen beiden het groote stuk ithong)in het kruis van dat kleedingstuk als een kenmerk der Moslimsche kleedij in onderscheiding vande om het kruis sluitende broeken der


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . slotte worden over de Atjehsche weefselsnog de navolgende bijzonderheden overgenomen uit Prof. Dr. C. Snouck Hurgronjes werk:„de Atjehers. „Reeds aan de kleeding en houding onderscheidt men de echte Toenongers van de lieden derbenedenstreken. Wel is voor beiden de eigenaardige Atjehsche broek (thiloeeuë ofloeeuëAtjeh), van reusachtige wijdte, karakteristiek en beschouwen beiden het groote stuk ithong)in het kruis van dat kleedingstuk als een kenmerk der Moslimsche kleedij in onderscheiding vande om het kruis sluitende broeken der kafirs, maar die van de benedenlanders is langer. Hetlendenkleed (idja pinggang) is eveneens in beider oog een sjibbolet van den Islam, daaralleen kafirs zich niet schamen, in nauw gesloten broeken zonder verdere bedekking vande ruimte tusschen navel en knie, zich te vertoonen, maar terwijl de Toenonger dit tot be-neden de knieën laat afhangen met een lange slip in het midden, reikt het bij den benedenlanderslechts even boven de knieën, Fig. 260 Atjehsche broek. I1) In de Gids voor de tentoonstelling van ethnographische voorwerpen uit Atjeh wordt toempal in hetAtjehsch ook dj o hang genoemd. (2) In de Gids der tentoonstelling van ethnografische voorwerpen uit Atjeh worden nog genoemd :boengonggasing, dada limpeuën, boengong seuleupo, boengong koendo, boengong sise, boen-gong keupoela, boengong taboe, boengong kaliman (de Moh. geloofsbelijdenis in Arab. karak-ters en min of meer gestyleerdj. 255 „Ook draagt men in de Benedenlanden meer dan in de Toenong den enkelen hoofddoek (tang-koe 1 o) en evenals op Java kan men dan aan de wijze van dien te vouwen, de herkomst van dendrager herkennen. „De boengkoih ranoeb, de saamgevouwen doek, waarin alle benoodigdheden voor hets ir i hkauwen in sierlijke, vaak kostbare doosjes of busjes bijeen zijn, en welks vier punten, doorgouden of koperen boh roe bijeengehouden, tevens de verzamelplaats voor allerlei fraaietoi


Size: 1657px × 1508px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912