. Ian van der Veens Zinne-beelden oft Adams appel . hekfift,Tot baar der pielen ruft. Appolloen Vrania« Singhen wederom haar Vers. SPaarnugeen Snaarnochluftigb fade*,S faar irouwtMuficq andEdleLuytyDe Sangb gbevloebten met het Spelen,Beeldt af hoe Struckel met fyn Brjydt Een-ftemmigh fafffy ^ eens van fimeytdevenJullen hare minne. Bbb i Feeft-praatje, Toe-gheeygent §)en Eerentvtflen ende Hoogb-geleerden Ionghman, IO ANNES HOOGHCAMER. Ende d Eerbare Deughfcrijke Iongbe Dochter ïöff. C L A R A VIN C K. Vereenight inden Etbten Stalden 22. April, Anno i6y4* Broek hoe ftaat my t hooft verwart,Heel


. Ian van der Veens Zinne-beelden oft Adams appel . hekfift,Tot baar der pielen ruft. Appolloen Vrania« Singhen wederom haar Vers. SPaarnugeen Snaarnochluftigb fade*,S faar irouwtMuficq andEdleLuytyDe Sangb gbevloebten met het Spelen,Beeldt af hoe Struckel met fyn Brjydt Een-ftemmigh fafffy ^ eens van fimeytdevenJullen hare minne. Bbb i Feeft-praatje, Toe-gheeygent §)en Eerentvtflen ende Hoogb-geleerden Ionghman, IO ANNES HOOGHCAMER. Ende d Eerbare Deughfcrijke Iongbe Dochter ïöff. C L A R A VIN C K. Vereenight inden Etbten Stalden 22. April, Anno i6y4* Broek hoe ftaat my t hooft verwart,Heel avrechs op de romp,O teere Soete-raelks hartjWat zyn myn finnen ftomp,k En weet nau wat ik doe,Ik ben my felven moe. Ik ben my felven fchier ontvreemtk En lijk niet dien ik was,Dat doet de tydt die my beneemtDe Salvingh van de Tas,En Gieraardts fbetfte Lief,De Hel-wegh vanden dief, O Backesje vanfuere-zult,Myn lieve halve lijf,Het breyn dat is my om-ghekrult *Sooklaagh ik an myn Wijf,De tydt die heeft gherooftAl t Huys-raat uyt myn hooft. Dies. Dies is de koop op hol op fchrof*Claas Backer heeft gheen deeghaVol Muyfe-neften is den Bol,Van finnen is hy leegh,Doch alfmen *t wel befietk En bent alleenigh niet. Want daar is onfe Hote-bek, Dc Vorft van t groot ghcfin, Dats eerft een grootfche grootcGek, De Zoon en is niet min, Wat ift een bitter Krtiys! Twee Gecken in een huys. Wat zynder noch ontelbaar meer *Daar t luk woont by de Key,Die lichter zyn ghelijk een Veer,En broedtfer^ls een Ey,Dies roep ik Vüt Cap,Eu t Meurt we tenfehap. Dat trooft my feker vry wat fti%Nu weet ik myn Fortuyn,Ik heb een weynigh mals in t lij£>En pok wat inde Cruyn,Maar t luk is op de vluchtDits argher ah een zucht* Dits argher als een BullebakGhebooren in April,Dits argher als een Oly-vlakOp blanke Marrys BH,Dits argher als een vloek,In drooghe Napjes Broek, fHeureux Fo/ nw befoing ftgtjji A-vwement ftnsmt* t En drtitre C4facitc. Dits argher als een leghe kruyk *Voor Jocbem Grooten-dorft,Dits a


Size: 1574px × 1588px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidianvanderveens, booksubjectdutchpoetry, booksubjectemblems