. Beschouwing der Wereld . en verblydende StadGods; het heiligdom der wooningen des Alderhoog- (ten* Spreuken XVIII: 4- De woorden van den mond eens mans zyn diepe wa-teren: en de fpring-ader der wysheid is een uitstorten- de beeke. Jezaias XXXV: 6, % Als dan zal de kreupele jmingen als een hart, en détonge desftommen zal juichen: want in de woefiynèzullen wateren uitberjlen, en beeken in de wildemijjen. En het dorre land zal tot ftaande water worden, enhet dorftig land tot fpringaders der wateren: in dewooninge der Draaken, daar zy gele gen hebben, zalgras met riet en biezen zyn. EnKapittrel


. Beschouwing der Wereld . en verblydende StadGods; het heiligdom der wooningen des Alderhoog- (ten* Spreuken XVIII: 4- De woorden van den mond eens mans zyn diepe wa-teren: en de fpring-ader der wysheid is een uitstorten- de beeke. Jezaias XXXV: 6, % Als dan zal de kreupele jmingen als een hart, en détonge desftommen zal juichen: want in de woefiynèzullen wateren uitberjlen, en beeken in de wildemijjen. En het dorre land zal tot ftaande water worden, enhet dorftig land tot fpringaders der wateren: in dewooninge der Draaken, daar zy gele gen hebben, zalgras met riet en biezen zyn. EnKapittrel XLIV: 3,4» Want ik zal wat er gieten op den dorftigen, enjlroo-men op het drooge: Ik zal mynen Geefi op uw zaad gie-ten , en mynen zegen op uwe Nakomelingen. En zy zullen uitfpruiten tuffen in t gras, als dewilgen aan de waterbeeken. Openbaaring XXTI: hy toonde my een zuivere riviere van het waterdes levens , klaar als krijt al, voortkomende uit den throon Gods, en des Lams. t Dek BESCHOUWING Den OEVER. Sta En zei de: Tof bier toe zult gy komen, en niet verder:en bier zal hy zich [tellen tegen den booimoed uwer gol-ven. JobXXXVIÏI: u. Gy bek een paale ge/telt, die zy niet overgaan en zuLlen : zy en zullen de aarde niet weder bedekken. PfalmCIV:9. Die der WERELD. 155 Die niet en keerd , Word overheerd. JNiet verder, zeid de hooge Kuft;En fchut het woeden van de baaren, Der wilde Zee, zooongeruft,Die vreeslyk dreigd, met zyn gevaaren. Zo keerd het hemelfe gemoed ,De Wereld Zee, van diepe gronden, Die Ebd en Vloeid in vlees en bloed,En ruft en bruift met fchuim der zonden. De ydelheid dringd op haar aan,En zy door vreeze Gods verheven, Doet hem voor haare Paaien Haan,Zo word het hert niet overdreeven. Indien de Zoom van eenig LandDoor watervloed begint te wyken , Hoe werkzaam is de wakkre hand 5Om zyn verblyving af te dyken: Voorzichtige overweging meê;Op d*t het waardig land der Zielen,Niet onder ging in zondens Zee,Wiens golven daag lyks op haar vielen. Maaj: da


Size: 1525px × 1639px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch