. De flora van Nederland. Plants. Trifolium ochroleucum Fig. 768. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in weiden en aan beken in Zuid- en Oost-Europa voor. Bij ons is zij alleen aangevoerd nl. bij Deventer, Apeldoorn, NiJ- niepen, Ãverschie en Middelburj^. T. ochroleucum') L. Geelwitte klaver (fik'- 768). De plant is zacht behaard. Uit den wortel komen bloeiende en niet-bloeiende stengels. Deze zijn afstaand behaard, uit een opstijgenden voet rechtopstaand, vaak vertakt, naar boven weinig bebladerd. De bladen zijn meest lang gesteeld met ruw behaarden steel, de bovenste zijn tege


. De flora van Nederland. Plants. Trifolium ochroleucum Fig. 768. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in weiden en aan beken in Zuid- en Oost-Europa voor. Bij ons is zij alleen aangevoerd nl. bij Deventer, Apeldoorn, NiJ- niepen, Ãverschie en Middelburj^. T. ochroleucum') L. Geelwitte klaver (fik'- 768). De plant is zacht behaard. Uit den wortel komen bloeiende en niet-bloeiende stengels. Deze zijn afstaand behaard, uit een opstijgenden voet rechtopstaand, vaak vertakt, naar boven weinig bebladerd. De bladen zijn meest lang gesteeld met ruw behaarden steel, de bovenste zijn tegenoverstaand. Het vrije deel der steunbladen is lancet-priemvormig, gewimperd. De blaadjes zijn langwcrpig-elliptisch tot lancetvormig, onduidelijk ge- tand, aan weerszijden behaard, gewimperd. De bloemen zijn groot of vrij groot, staan in alleen- staande aren, die bolrond en ten slotte langwerpig zijn. Zij zijn zittend of kort gesteeld, hebben dus meest een blad aan den voet en staan eindelings. De bloemen zijn 16-20 inM lang en staan rechtop. Zij hebben een 10-ner- vige, afstaand ruw behaarde kelkbuis, waaraan lancet- priemvormige, stijve, bijna stekende, 3-nervige tanden zitten, waarvan de onderste even lang is als de kelkbuis (fig. 768). De bloemkroon is geelwit, 2 maal zoolang als de kelk en h:eft een vlag, die 2 maal zoolang is als de zwaarden. De vruchtkelk is langwerpig en heeft een door 2 zijdelingsche knobbels ingesnoerde keel, terwijl de tanden afstaan, behalve de onderste, die neergebogen en veel langer is dan de andere. ^. dM. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in weiden, bosschen, aankanten van wegen, vooral op kalkgrond in West-, Midden- en Zuid-Europa voor en is bij ons alleen bij Haarlem, aangevoerd, aangetroffen. T. supinum-) Savi. (T. reclinatum-) Kit.) Uitgespreide klaver. Deze soort heeft een liggenden of opstijgenden, aanliggend behaarden, vertakten stengel. De bladen zijn lang gesteeld en hebben sterk gewimperde, lijnvorm


Size: 1512px × 1651px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants