. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . ftadig klagenöedurigiijk y o Heer! komt voor u aanfchijn dragen 1Maar als ik recht befie, hoe louter en hoe reyn ,Gy wilt dat ons gemoed en hertè. fullen zyn,yj\z fal dan Heer beftaan ? wie Tal u roem vermelden ,Gelijk gy die cje Ziel in uwe Wet voorliefde j Geen levend vleefchfalidoen 3 geen nietig menfeb 6 Heer!Sal na uw rechte eyfch u lieve ni


. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . ftadig klagenöedurigiijk y o Heer! komt voor u aanfchijn dragen 1Maar als ik recht befie, hoe louter en hoe reyn ,Gy wilt dat ons gemoed en hertè. fullen zyn,yj\z fal dan Heer beftaan ? wie Tal u roem vermelden ,Gelijk gy die cje Ziel in uwe Wet voorliefde j Geen levend vleefchfalidoen 3 geen nietig menfeb 6 Heer!Sal na uw rechte eyfch u lieve bid ik om genaê, vergeeft mijn fonden alle,gnfchepteenhertinmy, datu&Heer, gevalle:Vernieuwt my na u beeld 3 na uw gelijkenis ,Dewijl dat in u beeld het Eeuwig leven Dierbre Zielen vrind, doetmy, gelijk gy, leven,Opdat ik eeuwiglijk u roem en prijs mag geven. Goddelyk Antwoord,pfal. 103. vers 9, iq. Hy enfal niet altoos twiften % noch eeuwiglijk den toornbehouden; hy en doet ons niet na onfe fonden , en de en vergelden* niet na onfe ongerechtigkeyd. L IEF D E-Vl+AM ME ffi, X. FlGÜÜ 3. vers t4» *9 —— Soo4an, de Wet is onfê tuchtmeefter opChriftum, op dat wy uyt den gelove foudeiigerechtvaardigd fat t^o^^ gerechtvaar Jiatu^raen- ■ lejaib 45 vert 1$. Maar in den Heere fullen gerechtvaardigd wor-den £ ende fich beroemen het gantfche fcaadIfraëls. D 4 Am- £$ G ODD ELVKÈ x^fanmerkmge op de X. Figuur] VOlmaakt en Heylig zijt gy Heer!Soo zyn ook uweneylge reden, Als ik my voor die fet ter flen ik al mijn overtreeden y Dan fïen ik naaktlijk mijn elend,Mijn onmacht, fonden overtreeden: Ik weet dat gy mijn fwakheyd kend,6 Vader der barmhertigheden! o Vader! lief, en over goed,Ach! laat uw teere ingewanden Doch over my, die fteeds misdoed,Noch in een teedre liefd ontbranden. Een kind fijns Vaders wil wel kend;Maar ach helaas! hoe menig reyfen Ist dat hym van fijn leering wend,Die hy hem veelmaals heeft gaan wijten. ö Vaders Va


Size: 1404px × 1780px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidgoddelyke, booksubjectemblembooksdutch, booksubjectemblems