. De flora van Nederland. Plants. de onderzijde der bladen. De wesp vliegt in Maart. De j^eslaciitelijke generatie ontstaat uit gallen, waarvoor de eieren in knoppen gelegd worden. De gallen zijn bolvormig, 4-8 niM groot, zitten aan de onderzijde in het bladmoes, soms ook aan de mannelijke katjes, zijn zeer week en sappig. Die geslachtelijke generatie heet Neiiroteriis baccariim. Nciirotcriis niimismalis (O) (fig. 13c) veroorzaakt circa 2 niM groote, roode gallen, die den vorm van hemdenknoopjes hebben, met een ring- vormigen, bruin behaarden, verheven rand, waarvan er soms meer dan 100 op de


. De flora van Nederland. Plants. de onderzijde der bladen. De wesp vliegt in Maart. De j^eslaciitelijke generatie ontstaat uit gallen, waarvoor de eieren in knoppen gelegd worden. De gallen zijn bolvormig, 4-8 niM groot, zitten aan de onderzijde in het bladmoes, soms ook aan de mannelijke katjes, zijn zeer week en sappig. Die geslachtelijke generatie heet Neiiroteriis baccariim. Nciirotcriis niimismalis (O) (fig. 13c) veroorzaakt circa 2 niM groote, roode gallen, die den vorm van hemdenknoopjes hebben, met een ring- vormigen, bruin behaarden, verheven rand, waarvan er soms meer dan 100 op de onderzijde van een blad zitten. De G. heet Neiiroteriis vesicotrix. Andriciis ciirvator (Ci) veroorzaakt een gal van 4-5 mM grootte, aan den bladrand naast de nerf. Deze is dunwandig met een groote, holle ruimte, waarin óf vrij óf even vastgehecht een kleine niervormige binnengal is, waarin de larve leeft. De gal komt aan weerszijden van het blad halfbolvormig te voor- schijn en is in Mei rijp. De O. is Andriciis collaris. Biorrhiza terminalis (G) (fig. 14). De door deze veroorzaakte gal is bleek, sponsachtig, veelkamerig, herinnert aan een aardappelknol, doch is aan de zonzijde rood gekleurd en wordt later droog. Zij zit op de plaats, waar een knop zat, die zich dan niet ontwikkelt. In Juni of Juli komen de galwespen er uit. De O. {Biorrhiza aptera) komt tusschen November en Februari uit gallen, die aan de dunnere wortels zitten, sappig zijn en de grootte van een erwt of kers hebben (fig. 15). Deze generatie is ongevleugeld, terwijl de wijfjes der G. korte vleugels bezitten. Andriciis globiili (O) (fig. 13e) veroorzaakt een 2-6 mM groote, bolronde gal, die half in den knop zit, omgeven door de knopschubben. De daaruit komende ongeslachtelijke generatie legt eieren in een knop, waaruit wel een bladdragende tak loopt, maar aan den top of vlak daarbij ontstaat een knotsvor- mige, uit verkorte leden bestaande, doch meest normale bladen dragende, tot 2 cM lange en 1 cM dikke, gro


Size: 1352px × 1848px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants