. De flora van Nederland. Plants. FAMILIF. 78. — PAPILIONACEAE. 647 Tabel tot het determineer en der soorten van het j^eslacht Lotus. A. Planten eenjarig, met dunnen wortel. Peul recht. Bovenste blaadjes lanKwerpig- lancetvormijz. Bloemen 1-2 op een steel. Kelktanden korter dan de bloemkroon. Peul cylindrisch, 14-28 niM lanji, met bij rijpheid spiraalvormig K'cwonden kleppen, 5-7 maal zoo lang als de kelk. Vlag niet langer dan de kiel. . L. biz. 647. B. Planten overblijvend met dikken of kruipenden wortelstok. a. Blaadjes en steunbladen lijn- of lijn-lancetvormig, vleezig, meest


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIF. 78. — PAPILIONACEAE. 647 Tabel tot het determineer en der soorten van het j^eslacht Lotus. A. Planten eenjarig, met dunnen wortel. Peul recht. Bovenste blaadjes lanKwerpig- lancetvormijz. Bloemen 1-2 op een steel. Kelktanden korter dan de bloemkroon. Peul cylindrisch, 14-28 niM lanji, met bij rijpheid spiraalvormig K'cwonden kleppen, 5-7 maal zoo lang als de kelk. Vlag niet langer dan de kiel. . L. biz. 647. B. Planten overblijvend met dikken of kruipenden wortelstok. a. Blaadjes en steunbladen lijn- of lijn-lancetvormig, vleezig, meest blauwgroen. Bloemen 1-5 bijeen. Planten onbehaard of bijna onbehaard. Kelktanden driehoe- kig, aan den voet versmald, korter dan de buis. Zwaarden langwerpig-omgekeerd eirond L. tennirollns blz. 647. ö. Blaadjes omgekeerd eirond of langwerpig. Bloemen in schermen. Planten bijna onbehaard of lang behaard. aa. Stengel niet of nauw buisvormig, vast. Kelktanden voor den bloei samen- neigend. Kiel rechthoekig opstijgend, plotseling in den snavel toegespitst. L. corniculatns blz. 648. bb. Stengel wijd buisvormig, zacht. Kelktanden voor den bloei boogvormig af- staand of teruggekromd. Kiel afgerond opstijgend, geleidelijk toegespitst. L. nliginosas blz. 649. L. angustissimus 1) L. Smalle rolklaver (fig. 789). Deze plant is al of niet behaard. Uit den dunnen wortel komt een rechtopstaande of liggende, uitgespreide stengel. De bladen hebben ovaal-lancetvormige steunbladen, die langer zijn dan de bladsteel en de blaadjes der bovenste bladen zijn langwerpig-Iancetvormig. De bloemen zijn geel, klein (6-7 mM) en staan 1 of 2 bijeen op dunne stelen, die even lang of 2-4 maal zoo lang zijn als de bladen, in wier oksels zij staan. De kelk is kegelvormig en heeft gewimperde, uit een breederen voet draadvormige tanden, die korter dan de buis zijn (fig. 789). De bloemkroon is langer dan de kelk en heeft een cirkelronde, vaak iets roode vlag, die langer is dan de over een rechten hoek gekromde


Size: 1424px × 1755px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants