. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . aer, maer ook haer begeeren gants onbillijkwas, ja dat zij niet willen van wat Geeft zij waren. L u c m 9. XCVI. DEtJBtjen Kjnvngh trots, van grootshéyd uy tgelaten,Boodt lufiter bevey nft een gift van honigh-raten,En bad met eenen dat t hoogh vierfchaer van de GoonHem gunde dat hij mocht met zijnen angel doonAl wie van honigh quam onblooten zij ne korven: (ven :Maer heeft van shemels troon deze


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . aer, maer ook haer begeeren gants onbillijkwas, ja dat zij niet willen van wat Geeft zij waren. L u c m 9. XCVI. DEtJBtjen Kjnvngh trots, van grootshéyd uy tgelaten,Boodt lufiter bevey nft een gift van honigh-raten,En bad met eenen dat t hoogh vierfchaer van de GoonHem gunde dat hij mocht met zijnen angel doonAl wie van honigh quam onblooten zij ne korven: (ven :Maer heeft van shemels troon deze antwoord flucx verwor-tGefchenck dat ghij mij brengt mij zonderling behaeght,Maer tgeen ghij van mij bid,en daer ghij mij om vraeght,Dat ghij een ander met u prickel mocht doen treuren,Dat overkome u zelfs, dat moet u zelfs gebeuren. Want als ghij andren queft, t zij met/t zij zonder fchult,Zoo zweere ick dat ghij flucx dit leven fterven zult,„ Die nae de fterren zend zijn vuyrige gebeden,„ Om zijn wraeckgierigheyd aen ymand te belleden,„ Zal mifTen niet alleen t geen dat hij heeft gebeen,„ Maer voelen zelfs opt hooft den opgeworpen fteen. Cc Warande der Dieren. 97. *t Teerd en V Zwyu. ALfoo hebben malkander geantwoort ïhemiflocles ende Jdi-manthus. Want als Darius met zijn geweldigh heyrkracht deGriecken overquam, ende Jdimanthus Themifloclem met grooterblijfchap na de Slach fagh haeften, fo fprack jammert mijdijner,dat ghij fo moedig ten ftrijde ende ter doodt rennet. Daer-op antwoord hem Themiftocles: lek wil liever meteeren als eentRidderlijcke heldt in den krijg fterven,dan fonder eer als een armbloodkatijf,gelijckghijzij t, leven. Plutarchus. H XCVII. HxJ(kyfche Truytgen Zochs zagh$Êos verciert met pluy-men,Gezadelt en getoomt doen zij nen breydel fchuymen, Ten oorloogh toegeruft,om dragen zijnen heer Int midden vant gevecht, mer zweert, piftool, ea riep zij, armen GujiB waer wildij u begeven ?Wat dolheyd gaet u aen,dat ghij van zelfs u leven


Size: 1733px × 1443px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems