. Christelyke aandachten of vlammende ziel-zuchten : eener Godvreesend ziele, met een Goddelijk antwoord daar op passende . ijk den Monden,Als wel de Honig fclfs, word allefints bevonden,Men maakt feer veele fpijs met defen Honig krijgt een walg daar in door groeten Woord des ticeren word by Honig wy den Pfalmift fomwylen hooren fpreken:Het is zijn mond feer foet, en berer als iijn goudAltijd by hem geacht, wijl hy feer vafl betrouwtOp t geene Gy aan hem belooft had van te vooren,Hy konde menig trooft uyt Uwe Woorden hooren jHet was hem altijd foet, ja


. Christelyke aandachten of vlammende ziel-zuchten : eener Godvreesend ziele, met een Goddelijk antwoord daar op passende . ijk den Monden,Als wel de Honig fclfs, word allefints bevonden,Men maakt feer veele fpijs met defen Honig krijgt een walg daar in door groeten Woord des ticeren word by Honig wy den Pfalmift fomwylen hooren fpreken:Het is zijn mond feer foet, en berer als iijn goudAltijd by hem geacht, wijl hy feer vafl betrouwtOp t geene Gy aan hem belooft had van te vooren,Hy konde menig trooft uyt Uwe Woorden hooren jHet was hem altijd foet, ja foeter als hy met yver eens bedacht Uw Wet en reen:Nooit walgde hem daar van j maar hoc hy t meer bedachte,Hoe zijn verlangend Hart noch meerder daar na fmachre,Hy fchattet alle ding als Gal en Bitterheid,Als hy Uw Woorden s nachts eens ernftig my ó Heere! als hy Uw Woorden hooge achten,Leer my met David ook na defe foetheid trachten,Doe my by dag en nacht llecds denken op Uw Wet,Laats als een zegel op mijn Hart ook zijn gefet. V Woord AANDACHTEN. XXIX. U ffoord feer goet, is Honig foet. V. Multo diilcitts MeÏÏ antwoord hier op (laande. E vreefe des Heeren is rej/n, bejlnAnde tot in eeuwigheyt: de rech-ten des Heeren T^/aarheyt^ t^famen zijnfe rechtveerdigh, hegeer lyker dan goud, ja dan veel fijn goud: en de foeter homgende honig-feem. Ool^word mv kliecht door dejelve klaarItjk vermaant,iH*t honden van dien is groot en loon ^ Pfal. 19; 10, 11. en iX. D H Vu^ f^ C H RI STE L T K E X X x: Hand Jlaat feer ^ maar falft ook UT. XXXI. vers 39. Jk^doode ende maake levendige ik^verjlaa ende ik^heele: ende daar is-niemand die uyt myne hand reddet. DE Hand des Heeren flaat ons dikwils diepe om der fonden wil ons worden toegefonden,Soo dat men menigmaal geen raad weet in de noot:Maar by den Hcere zijn uytkomften in den Handen falven ook als Hy ons heeft geflagen,En wy ons tegen Hem als Kinderen


Size: 1895px × 1318px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectbible, booksubjectdevotionale, booksubjectemblembooks