. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.]. Agriculture; Agriculture; Plantations. 29 y Voortplanting enz. Fig. 60. Boterzuurbacte- riën; in het mid- den deelings- stadium, links twee staafjes door deeliaguit eeo zelfde ont- staan. in tweeën deelen; zoodoende ontstaan twee nieuwe cellen, die los van elkaar geraken en die zoo twee nieuwe individuen geven. Hetzelfde heeft plaats bij de boterzuurbacteriën, die in fig. 60 sterk vergroot zijn afgebeeld, ten deele in een toestand van deeling. Het oude indiv
. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.]. Agriculture; Agriculture; Plantations. 29 y Voortplanting enz. Fig. 60. Boterzuurbacte- riën; in het mid- den deelings- stadium, links twee staafjes door deeliaguit eeo zelfde ont- staan. in tweeën deelen; zoodoende ontstaan twee nieuwe cellen, die los van elkaar geraken en die zoo twee nieuwe individuen geven. Hetzelfde heeft plaats bij de boterzuurbacteriën, die in fig. 60 sterk vergroot zijn afgebeeld, ten deele in een toestand van deeling. Het oude individu gaat hier dus in zijn geheel over in de twee nieuwe individuen, er blijft niets van achter, dat afsterft en het is dan ook begrijpelijk, dat men min of meer over- dreven heeft kunnen spreken van de onsterfelijkheid van deze wezens. Deze en vele andere bacteriën kunnen zich nog op een andere wijze voortplanten, namelijk door middel van sporen. De protoplast trekt zich daarbij samen tot een bolvormig lichaampje, dat zich met een wand omgeeft; men ziet het in fig. ói voor een boterzuurbacterie afgebeeld. De oude wand gaat dan te gronde en de spore kan onder gunstige omstandigheden tot een nieuw staafje uitgroeien. Zulke sporen |fi\ bezitten in het algemeen een groot weerstandsvermogen tegen ^ schadelijke uitwendige omstandigheden. Er kan nog opgemerkt worden, dat deze wijze van voortplanting dus niet gepaard gaat met vermenigvuldiging. Een hoogere mate van differentiëering vindt men bij de gewone gist, (.Saccharomyces cerevisiae). Dit is een eencellige schimmel; uit zulk een cel kunnen een of meer uitstulpingen ontstaan, zooals in fig. 62 is afgebeeld. Deze uitstulpingen worden langzamerhand grooter, worden dan door een tusschenschot van de moedercel gescheiden en leiden ten slotte geheel los daarvan een zelfstandig bestaan. Hier geeft de moedercel dus het aanzijn aan verschillende cellen, terwijl zij zelf daarbij te gronde gaat. Onder bepaalde omstandigheden kan oo
Size: 1616px × 1545px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectagriculture, bookyear
