. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden in LVII tafereellen . een proef. Daar na zoo zal hy dondren. Hier mede zal ik afbreken , en fluiten den Inhoutvan het Tafereel voorts in t volgende Gedicht. De wakkre Haan, die elk wekt tot zyn plicht,Vervrolykt zig zoo haaft hy t morgenlicht In t Ooft ziet borenDoort naclitzwerk, als een befte DiamantDie zynen glans verfpreit aan allen kant, En Iaat zich leer ,en fpoor, opt voorbeeld van den HaanU zelven, en ook andre om op te ftaan In t morgenkrieken:Terwyl de Zon uws levens klimt om hoog,Uw drift, gelyk de pylen uit een bo


. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden in LVII tafereellen . een proef. Daar na zoo zal hy dondren. Hier mede zal ik afbreken , en fluiten den Inhoutvan het Tafereel voorts in t volgende Gedicht. De wakkre Haan, die elk wekt tot zyn plicht,Vervrolykt zig zoo haaft hy t morgenlicht In t Ooft ziet borenDoort naclitzwerk, als een befte DiamantDie zynen glans verfpreit aan allen kant, En Iaat zich leer ,en fpoor, opt voorbeeld van den HaanU zelven, en ook andre om op te ftaan In t morgenkrieken:Terwyl de Zon uws levens klimt om hoog,Uw drift, gelyk de pylen uit een boog, Op inelle wiekenNaar wetenfehap, en waarheitkennis draaft,Eer uw beroep,aant werreldlyk verflaaft, U overrompelt,En in den vloed van aardfche bezighcitGeiokt, door winft en blinkend Goud vcrleit, Word neer wie met ernft, in t bloeyen van zyn jeugtEn noefte vlyt, de wetenfehap en deucht Komt na te jagen:Verrykt zich met den fchat van zyn gewinEn leyt dien op , ten goeden voorraad, in Zyn oude dagen. Het ZINNEBEELDEN. R A D T. Gevaarlyke toe (landt. 4*. Wat 2yn togs weerelds hooge Staaten? Hoe groot en heerlyk uitgekraait,Waar op de dwaazen zich verlaatcn? Een Rat, t geen ftadig rolt en ymant glansryk opgezeten, Niet zelden, in een oogenblik,Van t waangeluk legt afgetmeeien, Vervult met dioerheid, fchande en kunnen Cezars, Dionyzen,En duizent Vorften meer bevvyzen. Dit 46 HOUBRAKËNS XII. ZINNEBEELT. Dit Zinnebeeld vertoont het losgeval , of de ge-ftadige omwentelingen der zaken, en Staten de-zer werrelt, waar van de ouden zeyden, Daar is geenzeker heit in de menfchelyke zaken -y alles is een geciuurigever ander inge onderworpen. Waarom het bezeffen dierzaak dikwils den magtigften, en grootften der wer-relt, vrees en bekommeringe heeft aangebragt. Eenvoorbeelt hebben wy aan den Keizer Titus Vefpafï-anus. Deezen op eenGaitmaal genoodigt zynde, daarmen vrolyk was , ontilipte een zwaare zucht. Vanzyn vrinden gevraagt naar de reden van


Size: 1602px × 1560px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorbritgezinefl16981723, bookdecade1720, bookyear1723