. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. — ORAMINAE. 499 die aan de randen ruw en iets bewiniperd zijn. Het tonj^etje ontbreekt, doch is door een rij haren vervanj^en. De pluim is smal, samenjjjetrokken, zelden meer dan 6 cM lanj^, smal, trosvormig en draagt omstreeks 4-12 aartjes. De takken zijn rechtopstaand, meest aanliggend, iets ruw, zij dragen meest alle 1 of de onderste 2(-3) aartjes. Deze zijn bijna 1 cM lang, langwerpig-eirond, lichtgroen, zelden wat violet aangeloopen, 3-5-bloemig, de bovenste bloem is weinig ont- wikkeld. De spil der aartjes is tusschen de bloe- men vrij lang,


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. — ORAMINAE. 499 die aan de randen ruw en iets bewiniperd zijn. Het tonj^etje ontbreekt, doch is door een rij haren vervanj^en. De pluim is smal, samenjjjetrokken, zelden meer dan 6 cM lanj^, smal, trosvormig en draagt omstreeks 4-12 aartjes. De takken zijn rechtopstaand, meest aanliggend, iets ruw, zij dragen meest alle 1 of de onderste 2(-3) aartjes. Deze zijn bijna 1 cM lang, langwerpig-eirond, lichtgroen, zelden wat violet aangeloopen, 3-5-bloemig, de bovenste bloem is weinig ont- wikkeld. De spil der aartjes is tusschen de bloe- men vrij lang, bros en onder de bloemen behaard De kelkkafjes (fig. 434) zijn langer dan de bloemen, beide sluiten het geheele aartje in, hebben een sterk uitstekende middennerf, 3-4 nerven, het on- derste is iets langer dan het bovenste. Het on- derste kroonkafje (fig. 434) is meernervig, aan den top kort 3-tandig of 2-tandig en dan tusschen de tanden stekelpuntig. Het kroonkafje is op de kielen zijdeharig gewimperd. De schubbetjes zijn 2-lobbig, iets vleezig. Het vruchtbeginsel is kort en dik gesteeld, kaal. De vrucht is langwerpig, ruggelings samengedrukt, van binnen vlak, door de kroonkafjes omsloten. 2].. 1,5-6 dM. Juni, Juli. Door de bewimperde bladen en scheeden is de soort ook in niet- bloeienden toestand te onderscheiden. Bromus erectus heeft dergelijke, doch veel langere en smallere bladen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in het grootste deel van Europa in vochtige heiden, droge hooge venen en droge weiden voor. Zij is bij ons algemeen. Volksnamen. In Groningen heet het gras hanjegras, in Friesland Triodia decumbens Fig. 4:54. 28. Mélica') L. Parelgras. Aartjes op ruwe, aan den top verdikte stelen, meerbloemig, de 2 onderste bloemen of alleen de onderste bloem tweeslachtig. De bovenste bloem van het aartje is vrij groot (tot meer dan half zoo groot als de onderste) met breede, stompe kafjes, geheel zonder of zelden met een mannelijke bloem. Spil der a


Size: 1416px × 1765px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants