. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 19. — ORCHIDACEAE. — 567 maar 1 niM dik, recht. Deze vorm wordt in onze flora's meest L. fiiiformis Trin. genoemd. Voorkomen in Europa en in Nederland De soort komt aan de Europeesche kusten aan het vochtige, zandige strand, in strandweiden en in droog zeesUb voor. De vorm PA is de meest voorkomende vorm op droge, grazige plaatsen, de vorm ,311 komt zeldzamer voor, het meest tusschen Suaeda en Saiicornia. De vorm /31 is bij ons op Zuid-Beveland en op Urk gevonden, de vorm ,511 bij Familie 19. Orchidaceae Juss. Standelkruiden. Overblijvende


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 19. — ORCHIDACEAE. — 567 maar 1 niM dik, recht. Deze vorm wordt in onze flora's meest L. fiiiformis Trin. genoemd. Voorkomen in Europa en in Nederland De soort komt aan de Europeesche kusten aan het vochtige, zandige strand, in strandweiden en in droog zeesUb voor. De vorm PA is de meest voorkomende vorm op droge, grazige plaatsen, de vorm ,311 komt zeldzamer voor, het meest tusschen Suaeda en Saiicornia. De vorm /31 is bij ons op Zuid-Beveland en op Urk gevonden, de vorm ,511 bij Familie 19. Orchidaceae Juss. Standelkruiden. Overblijvende gewassen met vaak knolvormige wortels of een wortelstok en een onvertakten stengel. Bladen verspreid, soms bijna tegenoverstaand, gaafrandig, met een scheede of stengelomvattend, soms tot schubben gereduceerd. Bloemen van allerlei kleur en grootte, ieder aan den voet met een schut- blad, tot een eindelingsche aar of tros vereenigd, zelden alleenstaand. Bloemen 2-slachtig, symmetrisch (fig. 510). Bloemdek meest gekleurd, op het onderstandige vruchtbeginsel staand met 6, meest bloem- kroonachtig gekleurde bladen of slippen. Het bloemdek bestaat uit 2 kransen, waarvan er 5 (de 3 buitenste en 2 der binnenste) boven in de bloem staan, meest naar el- kaar neigen en samen de helm vormen, ter- wijl het 6e (dus het derde binnenste) bijna steeds naar beneden gekeerd is en eigen- aardig van vorm is en vaak in een spoor uit- loopt en lip heet. In den knoptoestand staat de lip naar boven, doch komt later door draaiing van het vruchtbeginsel of den bloemsteel naar onderen. Er zijn eigenlijk ook 2 kransen van 3 meeldraden, doch de 2 zijdelingsche van den buitensten krans en de naar de lip gekeerde van den binnensten zijn geheel onont- wikkeld, zoodat er slechts 3 meeldraden overblijven, waarvan er echter bij onze inlandsche soorten alleen de middelste, voor de lip staande vrucht- baar is. Binnen het bloemdek ziet men een vleezige spil, de stempelzuil, die ontstaan is door versmelting van


Size: 1283px × 1948px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants