. De flora van Nederland. Plants. 434 — UMBELLIFERAE. — FAMILIE 66. 12. Pimpinélla ^) L. Pimpernel. Kelkslippen ontbrekend. Kroonbladen omgekeerd eirond, uitgerand met naar binnen gekromden top. Stijlen draadvormig. Stijlkussen schijfvormig. Vrucht eirond of langwerpig-eirond, kort, zijdelings samengedrukt. Deel- vruchtjes met tegen elkaar liggende randen en 5 gelijke, draadvormige ribben. De groeven hebben ieder meest 3 striemen. Het zuiltje is vrij,. 2-spletig. Bloemen wit of rosé, in 6-30-stralige schermen, die voor den bloeitijd overhangen. Omwindsel en omwindseltjes ontbrekend. Onderste b


. De flora van Nederland. Plants. 434 — UMBELLIFERAE. — FAMILIE 66. 12. Pimpinélla ^) L. Pimpernel. Kelkslippen ontbrekend. Kroonbladen omgekeerd eirond, uitgerand met naar binnen gekromden top. Stijlen draadvormig. Stijlkussen schijfvormig. Vrucht eirond of langwerpig-eirond, kort, zijdelings samengedrukt. Deel- vruchtjes met tegen elkaar liggende randen en 5 gelijke, draadvormige ribben. De groeven hebben ieder meest 3 striemen. Het zuiltje is vrij,. 2-spletig. Bloemen wit of rosé, in 6-30-stralige schermen, die voor den bloeitijd overhangen. Omwindsel en omwindseltjes ontbrekend. Onderste bladen, gevind met ovale of lancetvormige blaadjes, de bovenste klein. Planten onbehaard of weinig behaard. Volksnaam. In Twente, Salland en de Graafschap Zutphen heet de plant bevervel. Tabel tot het determineeren der soorten van het geslacht Pimpinella. A. Overblijvende soorten. Vrucht onbehaard. a. Stengel kantig gegroefd. Stijlen in de bloemen langer dan het vruchtbeginsel. P. magna blz. 434, b. Stengel rolrond, gestreept. Stijlen in de bloemen korter dan het vruchtbeginsel. P. Saxifrasa blz. 435. B. Plant eenjarig. Vrucht zacht behaard. Onderste bladen rondachtig niervormig. Kroon- bladen van buiten kort behaard P. Anisum blz. 435, P. magna-') L. Groote pimpernel (fig. 519). De plant is onbehaard en lichtgroen. Uit den spilvormigen wortel komt een rechtopstaande, vertakte, kantig gegroefde,, holle, bebladerde stengel. De bladen zijn ge- vind. De blaadjes zijn 2-4 cM breed, gesteeld, eirond of langwerpig, ingesneden gezaagd, de hoogere lijnvormig. De plaats der bovenste bladen wordt door bladlooze scheeden inge- nomen. De schermen zijn 8-16-stralig, met bijna gelijke, dunne stralen. Zoowel het omwindsel als de omwindseltjes ontbreken. De bloemen zijn wit, zelden rosé. De stijlen zijn terug- geslagen, langer dan het vruchtbeginsel (fig. 519). De vruchten zijn vrij groot, een weinig rimpelig (fig. 519). De ribben zijn lobbig getand. 3-9 dM. ^. Juni—September. Op dezel


Size: 1453px × 1719px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants