. De flora van Nederland. Plants. 328 â TYPHACEAE. â FAMILIE Sparganium affine Fig. 241. voor op dezelfde paatsen als de vorige. De variëteit is in stilstaand en in langzaam stroomend water te vinden. Beide zijn bij ons vrij algemeen. S. affine 1) Schnitzl. (S. natans-) L. t. d.). Drijvende e g e 1 s k o p (fig. 241). Deze plant is onbeliaard. Zij heeft een onvertakten, slappen, meest langen, in het water zwevenden stengel. Zeiden is deze rechtopstaand. De wortelbiaden zijn vrij dik, lang, zwevend en drijvend, aan de rugzijde half cylindrisch of vlak gewelfd, zonder kiel, in het bovenste


. De flora van Nederland. Plants. 328 â TYPHACEAE. â FAMILIE Sparganium affine Fig. 241. voor op dezelfde paatsen als de vorige. De variëteit is in stilstaand en in langzaam stroomend water te vinden. Beide zijn bij ons vrij algemeen. S. affine 1) Schnitzl. (S. natans-) L. t. d.). Drijvende e g e 1 s k o p (fig. 241). Deze plant is onbeliaard. Zij heeft een onvertakten, slappen, meest langen, in het water zwevenden stengel. Zeiden is deze rechtopstaand. De wortelbiaden zijn vrij dik, lang, zwevend en drijvend, aan de rugzijde half cylindrisch of vlak gewelfd, zonder kiel, in het bovenste deel meest met onduidelijke middennerf, zelden zijn ze rechtopstaand en dan driekantig met bolle zijvlakken, zonder kiel. De stengeibladen zijn vlak, aan den voet meest wijd scheedeachtig. De bloeiwijze is enkelvoudig, trosvormig en bestaat uit 2-3 vrouwelijke en meest 3-6 dicht bijeenstaande man- nelijke hoofdjes, die alle gesteeld zijn. De bioemdek- schubben zijn getand. De stijl en stempel zijn lang draad- vormig, de laatste is minstens 5 a 6 maal zoo lang als breed. De vruchten (fig. 2-11) zijn spilvormig, in het mid- den het dikst, geleidelijk in den blijvenden stijl versmald, vrij dof, meest donkerbruin tot donkerblauwgrijs (de snavel is even lang als de vrucht). De steenkern is eirond, aan weerszijden vrij kort toegespitst. 4. 1-10 dM. Juniâ Augustus. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt vooral in West- en Noord-Europa in heidepiassen en meren voor. Bij ons is zij alleen bij Meppel en Mook gevonden. S. diversifólium â â¢) Gr. V e r s c h i 11 e n d b 1 a d i g e e g e 1 s k o p. Deze soort heeft een slap rechtopstaanden stengel, die in de buurl der mannelijke bloei- wijzen overgebogen is. De bladen zijn smal, 3-5 mM breed, van den voet tot omstreeks 1-2 cM onder den top bijna even breed blijvend, omstreeks in het midden het breedst (tot 6 mM), plotseling in de stompachtige spits versmald, donkergroen, de onderste (tijdens den bloeitijd meest afg


Size: 1421px × 1759px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants