. Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen. Onderscheyden in III deelen. Op nieuws over-sien en grootelijckx vermeerdert, oock de noten van druck-fauten ghecorrigeert, en verrijckt met vele copere figuren . eft,En noch trooft noch ruft kan vijnenVoor men dat,of immers yetDies-gelijcks in plactfe, fiet. Herc is t roer van s menfchen daden:Daer mach geen ding ftuei-man zyn,tZy met wat in-fichtoffchijn,Dan begeert om fich tontquadenEn door Goddelijcke deugdIn te gaen in Godes vreugd, i begeert moet boven drijven j Tweede Deel, Daer moett hert mee zijn door-ztüVtjt Ander word fom-ti


. Stichtelycke rymen, om te lesen ofte singhen. Onderscheyden in III deelen. Op nieuws over-sien en grootelijckx vermeerdert, oock de noten van druck-fauten ghecorrigeert, en verrijckt met vele copere figuren . eft,En noch trooft noch ruft kan vijnenVoor men dat,of immers yetDies-gelijcks in plactfe, fiet. Herc is t roer van s menfchen daden:Daer mach geen ding ftuei-man zyn,tZy met wat in-fichtoffchijn,Dan begeert om fich tontquadenEn door Goddelijcke deugdIn te gaen in Godes vreugd, i begeert moet boven drijven j Tweede Deel, Daer moett hert mee zijn door-ztüVtjt Ander word fom-tijdsgeduklt. Maer en macher niet is noodig : Een alleenMoet in t Hoog; de reft, beneen;[é.Iuyfte fchalen wegen effen. Vafte voet fchrickt noyt van t pad.*t Wijfe hert weet Hoe en Wat. Salig die de Maet kan treffen,En de Pop daer hy mee fpeeltMaeckt tor een leer-achtig Bcclt, Brief oen : Une Ieune fillette. ïiiÉiilïÉlÜiilPiië Yvrae^t my ofick felf beleef al wat ick feg, Ent pad fo nau be- tree illliliEiiillIiiiiiiËil als ick teen ander leg ? Kindfch is de wat u voorgeiet is :Niec ick,maer uwe wet is Hetgeen dat Stichtclijckc Rijmen DEVGD-SOECKERS OOG-PVNCT. <*. I onannes volgt van verr , den Heerê Jefum Petrus dit nu lach, Heer fprack hy wat {al delen ?Wat wil dces J ongeling? wat mach fyn Oog-punct wefeii,Daigt-focckendwast, fooblecck uyt Jcfu antwoort klaer, S3 t 4 2 1 weede Deel. dat Godt Gelooft gy darde weg kan en moet zij n gegaen :Soo houd gyf oock voor dvvaes al die geen gang beftaé.Wat s u aen my ?De waerheyd moet u drijven,En niet doen achter blijvenOm yemantsfotterny.§. Gelooft gy dat de weg niet wandelijck en is : Nietwaer t, al feydick fchoon dat ickin geenen misOp s Levens fiftig gingt gy viflen,En hiet geen-miflèn, miflen,Tot ftij ving van u Meeft is hy die fo vraegt van waarheyt over-tuygt,Maer tot gehoorfaemheyt in t hert noch niet blind,Soeckthy t voorbee


Size: 1889px × 1323px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bo, bookcentury1600, bookdecade1640, bookpublisheramsterdamicolom