. De flora van Nederland. Plants. 582 — ORCHIDACEAE. FAMILIE 19. gebogen (in den knoptoestand spiraalvormig opgerold). De spoor is kort (2-3 mM lang), zakvormig, 4-5 maal zoo kort als het vruchtbeginsel, stomp, naar beneden gericht. Het zuiltje is kort, stomp, het helmknopje is er geheel mee verbonden. De stuifmeelklompjes loopen ieder in een staartje uit, de hechtkliertjes zijn verbonden en zitten in een gemeenschap- pelijk 1-hokkigbeursje. Het uitsteeksel van het snaveltje is kegelvormig. 4. 3-8 dM. Mei—Juli. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is


. De flora van Nederland. Plants. 582 — ORCHIDACEAE. FAMILIE 19. gebogen (in den knoptoestand spiraalvormig opgerold). De spoor is kort (2-3 mM lang), zakvormig, 4-5 maal zoo kort als het vruchtbeginsel, stomp, naar beneden gericht. Het zuiltje is kort, stomp, het helmknopje is er geheel mee verbonden. De stuifmeelklompjes loopen ieder in een staartje uit, de hechtkliertjes zijn verbonden en zitten in een gemeenschap- pelijk 1-hokkigbeursje. Het uitsteeksel van het snaveltje is kegelvormig. 4. 3-8 dM. Mei—Juli. Biologische bijzonderheden. De inrichting der bloem met het oog op de bestuiving is als bij de Orchissoorten. De bouw der knollen is als bij Orchis. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden-Europa en in de streek der Middellandsche Zee voor op zonnige, grazige hellingen, aan boschranden, meest op kalkgrond. Zij is bij ons alleen bij Maastricht en Katwijk gevonden. 4. Anac^mptis^) Rich. A. pyramidalis -) Rich (A'ceras pyramidalis Rchb. fil.). Hondswortel (fig. 529). Deze plant is onbehaard en heeft bijna bolronde, gave knollen. Desten- gel is vrij dun, iets heen en weer gebogen, boven iets kantig, heeft aan den voet 2-3 bruine scheeden. De bladen zijn lichtgroen, lijn-lancetvormig, de on- derste staan dicht opeen, zijn groot en omvatten den stengel kort scheedeachtig, de middelste zijn kleiner, staan meer uiteen, de bovenste zijn klein, schutbladachtig. De aar is rijkbloemig, eerst tot kort kegelvormig, ten slotte ei- tot rolrond. De schutbladen zijn lijn- lancetvormig, spits, eennervig, even lang als het vruchtbeginsel of langer dan dit, groenachtig of boven iets violet aangeloopen. De bloemen (fig. 530) zijn vrij klein, welriekend. De bloemdekbla- den zijn geheel vrij, levendig-, zelden lichtpurper of wit. De buitenste bloemdekbladen zijn afstaand, langwerpig tot eirond-lancetvormig, spits, de zijdelingsche binnenste eirond tot lijn-lancetvormig, meest spits, korter dan de buitenste en met het mid- delste buitenste iets helmvormig sam


Size: 1385px × 1805px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants