. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 82. — ERICACEAE. 21. Calluna vulgaris Fig. 22. / jonge bloem, nadat kelk en kroon aan de eene zijde wegge- nomen zijn, 2 een meeldraad. a kelkbiaden, b kroonbladen, e aanhangsels der helmknopjes, d honigkliertjes, e opening van het helmhokje, ƒ helmdraden, g stijl. onder ontwikkelen zich krachtige knoppen, waaruit nieuwe takjes komen, waarmede misschien weer hetzelfde gebeurt. Herhaalt zich dit vaak, dan ziet de plant er uit, alsof zij door een schaar is afj^eknipt. Ten slotte vormen die stijve, droge stukken van takken aan den omtrek der plant een dic


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 82. — ERICACEAE. 21. Calluna vulgaris Fig. 22. / jonge bloem, nadat kelk en kroon aan de eene zijde wegge- nomen zijn, 2 een meeldraad. a kelkbiaden, b kroonbladen, e aanhangsels der helmknopjes, d honigkliertjes, e opening van het helmhokje, ƒ helmdraden, g stijl. onder ontwikkelen zich krachtige knoppen, waaruit nieuwe takjes komen, waarmede misschien weer hetzelfde gebeurt. Herhaalt zich dit vaak, dan ziet de plant er uit, alsof zij door een schaar is afj^eknipt. Ten slotte vormen die stijve, droge stukken van takken aan den omtrek der plant een dicht geheel, waardoor schapen niet meer bij de jonge takjes kunnen komen. Als parasiet op heide is vooral bekend Cuscuta Epithymum. Over de bestuiving het volgende. De klokvormige bloemkronen, die eenigszins naar beneden zijn gebogen, beschutten het stuifmeel goed tegen regen. De vergroote, roode kelk en de vereeni- ging der bloemen tot dichte bloeiwijzen lokt de insecten, ook werkt daartoe mede het dicht bijeenstaan der planten. De bloemen zijn zwak protrandrisch en staan eenigszins knikkend. Meeldraden en stempel buigen zich in het bovenste deel der bloem naar boven (fig. 22), zoodat beneden een gemakkelijken toegang tot den honig ontstaat, die door 8 met de meel- draden afwisselend staande kopjes, aan den voet der bloemkroon, wordt afgescheiden. Grootere insecten (bijen, hommels) trekken door hunne zwaarte de bloem neer en zuigen van onderen, kleinere steken kop of snuit van voren in de bloemen en ontvangen dus van boven stuifmeel. In den knop openen zich de helmknopjes al en de ruw behaarde aanhangsels staan zoover naar buiten, dat iedere insectensnuit, die den honig wil bereiken, er tegen moet stooten, waardoor het stuifmeel uit de hokjes valt. De 4-Iob- bige stempel steekt er boven uit, dus de kans op kruisbestuiving is groot, zelfbestuiving schijnt wel uitgesloten. Later, als de bloemen ouder worden (zij bloeien lang), houdt de honig- afscheiding op, de helmdraden verle


Size: 1639px × 1524px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants