. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . aen vier einden een zeer groote doekgevente houden , in welks einden zyeen hennen-ai leggen: waer meê dezekinderen aenftonts4angs deftratenlo-pen,en zekere gebeden tegen elkandreopzingen. Midler wij Ie komen de Tur-ken en Moren, uit meelijden,aenftontsuit hun huizen, met kroezen vol wa-ters, die zy in het midden der doek,waer in het ai leir,


. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . aen vier einden een zeer groote doekgevente houden , in welks einden zyeen hennen-ai leggen: waer meê dezekinderen aenftonts4angs deftratenlo-pen,en zekere gebeden tegen elkandreopzingen. Midler wij Ie komen de Tur-ken en Moren, uit meelijden,aenftontsuit hun huizen, met kroezen vol wa-ters, die zy in het midden der doek,waer in het ai leir, omftorten ,en geloo->ven dat ter zelffter tijd, door middelvan het uitftorten des waters , devrouw, die in barens-nootzit, geluk»keiijk verloft is. By dit waengeloof, dieniet min be-lacchelij k is, dan de vorige,voegen zynoch een andere, om de hooft-ziektete genezen: want zy nemen een lam of &>»ƒ«•jongen bok,en jagen en flaen dien op tvelt zoo lang, tot dat hy terneer valt,met vafte inbeelding, dat deziekteuitY 3 het Crostetoaengeloofder Barba-ren, Tvan- Waèngetwfin het -ver-drijven ;t des ,f3 B A R B A R Y E. het hooft van den mcnfch in het hooft gierigh, onruftigh en wreveligh van ïo« prg-ywonten. TierreDan. <Aen der defiiden. Jat deriant-lui dsn. van het beeft. dat zy noch flaen, zalovergaen. Ivden vind evenwel onder de volkenvan Barbarye twee prijzelijke gewoon-ten 5 welke eerfte is, datze noit, hoetoornigh zy ook zijn,by den name Go-des zullen zweeren ; nocht zy heb-ben, dat meer is, in hun tak , t zyArabifch, Turkfch, of Moorfch, ee-nige byzondere woorden, waer meêzy tegen God kunnen vloeken. Uit-gezeit de Reinegarden , die dikwilsin hun eige tale zweren •, maer indienzulxintegenwoordigheitder Turkengefchiet, zoo wordenzedaer over aen-ftonts ftrengelijk heftraft. De twedeis, dat, hoe groot een twift zy tegenclkandre hebben , zelden tegen elk-andre zullen hant-gemeen raken ., ennoit byna elkandre docrtflaen of eenma


Size: 1148px × 2177px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordapperol, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1668