. De flora van Nederland. Plants. A. ruthènica') M. B. R ii 1 11 cc n se 11 c kamille (fi^- 474). De plant gelijkt veel op A. arvensis, doch is grijswollig door afstaande haren. De bladen zijn dubbel vindeelig met breedere bladslippcn dan bij A. arvensis. De bloembodem is lang cylindrisch, van binnen met merg gevuld. De strooschubben zijn lancetvormig, naar boven iets verbreed, stomp, getand, gaan plotseling in de stekel- punt over. Zij zijn veel teerder en door- schijnender dan bij A. arvensis. De bin- nenste vruchten hebben een kort vliezig, de buitenste vaak een scheef afgeknot kroontje. Ov
. De flora van Nederland. Plants. A. ruthènica') M. B. R ii 1 11 cc n se 11 c kamille (fi^- 474). De plant gelijkt veel op A. arvensis, doch is grijswollig door afstaande haren. De bladen zijn dubbel vindeelig met breedere bladslippcn dan bij A. arvensis. De bloembodem is lang cylindrisch, van binnen met merg gevuld. De strooschubben zijn lancetvormig, naar boven iets verbreed, stomp, getand, gaan plotseling in de stekel- punt over. Zij zijn veel teerder en door- schijnender dan bij A. arvensis. De bin- nenste vruchten hebben een kort vliezig, de buitenste vaak een scheef afgeknot kroontje. Overigens komt de plant met A. arvensis overeen. 1,5-3 dM. Q. Juni- Augustus. De plant riekt eenigszins aromatisch. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Zuid-Europa voor en is bij ons op vele plaatsen aangevoerd waar- genomen. A. Cótula -) L. Stinkende kamille (fig. 475). Ook deze plant gelijkt veel op de 2 vorige soorten, doch is minder uitgespreid. Zij heeft een penwortel, waaruit een rechtop- staande of opstijgende, van beneden af vertakte, spaarzaam behaarde stengel komt. De bladen zijn ook spaarzaam behaard, dubbel vindeelig met lijnvormige, ongedeelde of 2-3-spletige slippen. De hoofdjes zijn vrij kort gesteeld en zitten aan takken, die vele hoofdjes dragen. De omwindselbladen liggen dakpansgewijze, zijn langwerpig, stomp, met smalle, groene kiel- streep, aan den top staan ze steeds rechtop. De algemeene bloembodem is verlengd kegel- vormig, in het midden bezet met borstelvor- mige strooschubben, aan de buitenzijde kaal. De straalbloemen zijn wit, de schijfbloemen geel. De stralen slaan des avonds om als bij de echte kamille. De vrucht is zeer klein, 1 a V -2 mM lang, bijna rolrond, knobbelig gestreept, zonder kelkzoom of met een kleinen, gekartelden rand, die een iets gewelfd midden- veld omgeeft. 3-4,5 dM. 0. Juni—Herfst. De plant riekt onaangenaam. De hoofdjes zijn kleiner dan bij A. arvensis, doch even groot als bij Matricaria Chamomilla. Voorkomen
Size: 1499px × 1666px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants