. E Latynfclie naam Nereis eertyds door de fabeldigters; aan een zoort van Zea Godinnen Qa) gegeven lieefc, ds Heer Linn^us aan een fchoon geflacht van Zeewor- men toegepaft , dit zyn lange overal even breede Diertjes, met voelertjes aan weder zyden langs het geheele Ligchaam bezet, en als gevind. In dit welgeplaatfte geflacht heeft die groote Marv egter zommige lange Zeerupfen geplaatft, als de in het voorige Stukje geplaatfte geknobbelde , en platte Zeerups, en in de kokers wonende Zeeduizendbeenen , die of een byzonder geflacht maaken, of by de Zeeduizendbeenen blyven moeflen zyn door zyn E


. E Latynfclie naam Nereis eertyds door de fabeldigters; aan een zoort van Zea Godinnen Qa) gegeven lieefc, ds Heer Linn^us aan een fchoon geflacht van Zeewor- men toegepaft , dit zyn lange overal even breede Diertjes, met voelertjes aan weder zyden langs het geheele Ligchaam bezet, en als gevind. In dit welgeplaatfte geflacht heeft die groote Marv egter zommige lange Zeerupfen geplaatft, als de in het voorige Stukje geplaatfte geknobbelde , en platte Zeerups, en in de kokers wonende Zeeduizendbeenen , die of een byzonder geflacht maaken, of by de Zeeduizendbeenen blyven moeflen zyn door zyn Ed. hier en daar in an- dere geflachten ingelyfd. (_b') Alle: (d) [Deze waren volgens de Fabelleer de dogters van Nèreas en Doris, en werden gemeenlyk by een dille Zee gezien; ook word Nereus zelv voor een ftille Zee genomen. Zie hier van breeder de aanmerking van de Hooggel. P. Burm. in üvidh opera tom. L- ieroid V. f. 57. en Lud. Smits aanmerk, op de Hddinnebr. vertaald door Valentvn,. L D. aanm. B.] (J}~) [De Ridder Linn^us Iiad in zyne tiende en voorige uitgaaven de in Kokers wo- nende Zeeduizendbeenen tot de Zandkokers betrokken, in de twaaivde fcheid by dezel- ve van de S&rpuU of Zandkokers af en noemt hen SabelL/ï;; zy verfchillen (wat de ge- daante der Kokers aanbelangt; daar in, dat de Kokers der Sabella h^WiAn uit Zand en- Schulpjes, en regt zyn, daar As Zandkokers, Steenagtig en gekronkeld zyn, tot deze- in Kokers wonende Duizendbeenen, betrekt zyn Ed. ook de Pypemaaker, een Badaard Polypus , en dus volgens de Heer tot de Plantdieren behoorende. Zie lyft der' W,. A 3, 'F/s»i-.


Size: 2236px × 2236px
Photo credit: © The Bookworm Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorboddaertpieterbca1730, bookcentury1700, bookyear1770